eenige is wien ik over eenigen tyd zal kunnen zeggen: schryf jy dat maar! Hoe vind je dat in een meisje van 19 jaar. Myn tydschrift moet my magt geven en dan geld. Ik zal zeker slagen en de ministers etc zullen beven, dat beloof ik je. Als Loudon my geantwoord had zou 't my een koopje geweest zyn. Wees gerust Tine!
Ik heb Siet's brief nog niet gelezen, 't Laatste woord is ‘groet vooral, vooral Everdine’. Zy is inderdaad innig voor u, geloof my. Ik verzeker u, 't is geen gemaaktheid. Zy heeft al de indrukken opgevangen die ik van u heb gegeven.
Hartje, ik heb geen lust in schryven. Ik wil komen! Wees opgeruimd en bedenk vooral een pleizier voor de kinderen. Wees niet gierig tegen hen. Och, die kleine kerel met zyn emmer voor de visch.
Ik hoop nu toch in godsnaam dat de f 200 terecht zyn gekomen. Men wordt angstig op 't laatst.
Ik heb den brief van Siet gelezen. Zy schryft heel hartelyk over u. ‘Ik houd dol van je, en ga hoe langer hoe verder af van dien troep. Heel gehecht ben ik er nooit aan geweest, myn illusie was altyd geweest er uit te gaan. Groet s.v.p. E. heel heel hartelyk, en zeg dat ik niet flaauw ben, myn Abr. bloed (een droppeltje) zal niet weer boven komen, ik hoop dat 't voor goed weg is.’