gelaten. Zy heeft my ingepakt dat beken ik, maar toch zou ik als ik alles voor 't wenschen had, haar het liefst by u zien, zonder my. Ik geloof dat jy haar goed zoudt kunnen leiden, maar de omstandigheden laten dat niet toe, helaas.
Daar zy weet dat wy (of ik alleen helaas), naar Indie zullen gaan, of dat daar kans op is, leert zy voor een examen, om zóó, als voor eene conditie naar de Oost te gaan, en dan by ons te komen. Nu, als wy dan in eene redelyke positie waren zou dat goed zyn. Als die lamme omgeving haar niet hinderde, beweer ik dat zy een schryver kon worden. Zy heeft styl, wat zeldzaam is, en vooral wanneer men let op hare opleiding die toch heel burgerlyk en bekrompen was.
Verleden schreef zy:
‘Ik dank u nog wel voor het Gebed van den Onwetende. Daar is alles in twyfel, geloof, zachtheid en scherpte, en 't slot is weer zoo sarkastisch! Gy komt my altyd voor alsof gy twee zielen hebt’.
Maar hartstogt beheerscht haar op 't oogenblik, en ik vrees voor haar als ze alleen zal staan...
Wat my betreft ik heb haar ernstig voorgesteld haar niet meer te zien, maar ik kan het niet van myzelf verkrygen.
Ik wou dat ze by u was.