tuur een en ander dadelyk naar den Heer v. Vloten Het doet my pleizier dat het stuk zoodanig geschreven is dat ik zonder my te compromitteren (als schryver) het weerleggen kan. Maar hoe het zy, noch 't Bat. Handelsbl. noch Lion hebben aanleiding kunnen geven tot het afzien van de poging om my door dat ellendige geld weer tot fatsoenlyk man te maken. Dat blyft altyd onverantwoordelyk.
Er is in 't stuk van van der Hoeven veel wat ik toestem, en dat zal ik ronduit zeggen.
Hy verwyt my voornaamlyk hoogmoed, en daarin heeft hy waarschynlyk regt; ik ben zeer hoogmoedig.
Maar hoogmoed is geen reden om my te laten leven als een bedelaar.
Ik ben zeer hoogmoedig, maar v.d.H. had, om my van hoogmoed te genezen, zyn artikel niet moeten schryven, want na het lezen daarvan ben ik nog veel hoogmoediger geworden. Je zult zien. Dag beste Tine, dag kind, houd je maar goed.
Ik loop uit om dubbele exx. dan zend ik ze terstond. Deel my mede wat de heer van VI. zegt na die dingen gelezen te hebben. Ik denk hy zal dan wel by u komen, maar zeg als 't te pas komt dat er geen kwestie meer mag zyn van