Brieven. Deel 4. De Havelaar verschenen 1860

[p. 182]

LXI.

Woensdag avond.

Hartje! 't Is al heel laat, maar ik wil u even schryven dat ik een flauwe hoop heb dat er een goede zaak zal gebeuren. Nationale inschryving. Ik wurm veel, maar ik heb hoop op royalen uitslag. Verbeeld je eens geen schulden meer, dat zou heerlyk zyn! Dag beste engel. Morgen spreek ik van Vloten. Hy is hier maar de zaak gaat uit van van Straten.