flauw. Welnu, dat heb ik weer aan Jan te danken. Hy heeft aan de tantes geen M.H. gestuurd! Ik was nu al dien tyd in de meening dat zy lieden die geschiedenis wisten, ik rekende daarop, en zie nu hoor ik op eens dat zy van my niets wisten dan 't geen van Heeckeren haar geliefde meetedeelen, namelyk dat ik een gek en slecht ben.
Zie eens inliggend program (no 3.) Ik ben daarheen geweest met de meisjes A. Daar Jan by Kees zoo op myne armoede geschimpt heeft, is my daar verboden aan die kinderen geschenken te geven of uitgaven voor hen te doen. Ik heb dus gelogen dat ik die kaartjes voor niet had. Kassian, dat was u toegekomen, dat te hooren! Ik zal zorgen dat je 't te hooren krygt.
Decisiefs weet ik niets. Ik wurm en houd boven. Van Straten is een beste edele jongen en zyne vrouw is ook noble. Maar hy schynt geen kapitalist. Dit is zeker dat hy een edel lief mensch is. Hy denkt er over om naar Brussel te gaan om u te zien, en ook om van Vloten te spreken over de zaak. Hy is allerliefst maar wat beschroomd. Ik doe maar myn best hem te doen begrypen dat ik zelf zeer goed weet hoe ik te handelen heb, mits ik maar onafhankelyk ben in myne bewegingen. Een paar duizend gulden in myn hand beduidt meer dan alle overleggingen