Brieven. Deel 4. De Havelaar verschenen 1860
(1890)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 177]
| |
Thieme te spreken. Hy zal u f 200 zenden, misschien heb je 't al. Wees dus gerust voor de betaling van ultimo. Ik zou je raden als je 't geld hebt, het maar zelf re brengen, dat is een prettige boodschap. Dag kind, dag jongens. Schryf me eens hoe je met je geld staat. [Om in verband niet den toestand van 't gezin de humor van deze ‘prettige boodschap’ wel te doen vatten, herinner ik den belangstellenden lezer dat het de eindbetaling betrof voor de portretten, waar over gesproken werd in brief 42, 43, 44, 46, 48, 51 en waarover hy het laatste woord zal vinden in brief 63. Vooral de beide laatste zyn eigenaardig. Ja, vooral 63 Ik gis dat deze portretten vernietigd zyn, ik heb er nooit een van gezien. Uit een brief van den heer D.A. Thieme uit Arnhem van 29 Okt. 1860 blykt dat hy toen tevens aan Mevrouw Douwes Dekker baronesse van Wynbergen een wissel zond van 400 francs op de heeren Matthieu en Zn. te Brussel, betaalbaar op zicht.] |
|