maar ik heb het te drok voor een mensch. Ik had wel zes kommiezen of secretarissen noodig. Dàn moet ik Veth spreken, dan v. Lennep, dan twee advocaten, dan Martinus van der Hoeven. Myn hoofd loopt my om.
Ik vergeet de 400 fr. niet. Ik hoop daarvoor te zorgen. Wees niet al te ongerust daarover. Ik weet wel dat het al den 25sten is.
Hartelyk gegroet!
Myn eenig vermaak is de meisjes A., of liever Siet, die een engel is, maar ze heeft my niet lief. Ze houdt van my, meer niet. Maar ik heb haar wel lief.
Ik moet u zeggen dat ik in myn oordeel over haar niet alleen sta. Catherina (die er van weet, en een flinke soliede meid is) zeide: ‘och oom, ik begryp het best, iedereen is verliefd op Siet, en ik zelve ook.’
Ja, tot de kleine Theodoor toe. 't Is aandoenlyk om te zien hoe hy Siet aanhangt. Die Theodoor is ook zoo aan my gehecht, en ik houd ook van hem. Dat heele huisgezin (de kinderen) is anders dan anderen. Anna is de minste. Zou je dat gedacht hebben? Dag beste. Morgen een langen brief.