enz. zal bitter weinig wezen, en wy hebben van alles noodig.
De afspraak met v.L. is nu f 200 's maands, maar daarvan gaat f 50 af voor de tantes, en wat er dus overschiet zullen wy wel noodig hebben, Wy mogen dus om kalmte te hebben wel oppassen dat wy ons te Brussel niet in schulden steken voor kleeren.
Ook heb ik medelyden met die arme baboe, die daar zoo verlaten achterblyft, overgelaten aan de nukken van die jufvrouw.
Dat briefje van Hartsen is eigenlyk een antwoord op iets wat ik van morgen aan v.L. gezegd heb. Dat het my namelyk zoo verwonderde dat Hartsen, die vyf weken lang myn boek had gehouden en in den Haag telkens weder over en voor my zou gesproken hebben, nooit iets van zich had doen hooren. Dit heele briefje nu, is een soort van acquit de conscience, anders niet.
Goed, ga vrydag morgen naar Utrecht. Ik kom daar ook aan de station. Ik ga of van hier zonder te betalen, òf ik vraag aan van Lennep. Ik vertrek dus van hier met den eersten trein, vrydag.
Maar gesteld eens dat noch 't een noch 't ander my lukt, zend dan naar de telegraaf en vraag naar Mevrouw Dekker bureau restant, Utrecht.
En als er niets was, zend dan wat later nog eens.