God, dat doe ik zoo graag. Beste engel, lees eens wat hierby is, en oordeel of de satisfactie waarop wy wachten niet reeds begonnen is door zulk een brief van v.L.?
[Dezen brief heb ik niet. Evenmin een der anderen van den heer Van Lennep uit dit tydperk.]
Ik vind zulk schryven roerend, vooral na zooveel schande. Ik heb zoo'n idee dat die Hartsen uit den hoek zal komen. Hoe vind je dat: ‘ontzaggelyk ingenomen’? Is dat alles niet heerlyk mooi? En hy is weer naar den Haag. Zeker gaat hy by Rochussen. Hy kwam my zoo flink voor, en zoo waardig en soliede. Hoe vind je toch die van Lennep. Zyn dat niet kerels? Zy verzoenen my met hollanders.
Kortom ik ben wezenlyk vol moed. Nu zou ik in Amsterdam durven blyven. De kogel is door de kerk, ik ben niet bang meer.
Lieve beste, ik houd zoo aan je, geloof dit toch goed. Je weet niet hoe innig bly ik altyd ben voor ù als er maar een schyn van goed is.
Het zou ondankbaar wezen nu geen moed te houden by zulke lieve protektie. En ik heb zoo'n lust in werken, ik heb nu een perfecte kamer, zoodat ik nu wel in Amst. zou willen blyven, als het niet te duur is. Ik bedoel voorloopig. Myn