de Bull en van Lennep van de drie kieskollegien twee op myn hand hebben, en de derde ‘toeroet’ met de anderen.
Die twee kieskollegien zyn ‘de Grondwet’ en ‘de Amsterdam’ en worden gerepresenteerd door 't Handelsblad en de Amst. Courant. De Bull zeide dat het zoo jammer was dat nu juist Baud aan de beurt lag, wiens antecedenten zoodanig zyn dat men hem niet voor het hoofd mag stooten, anders werd ik nu voor kandidaat gekozen en dat zoude R. bang maken.
Om hem echter reeds voorloopig te doen voelen dat ik wakker ben, heb ik een artikeltje geschreven, dat op één dag in die beide couranten moet komen, om hem te doen zien dat ik wel ben met die twee rigtingen (hetgeen waar is, want de Bull zeide dat de hoofdleider van 't Handelsblad (na v.L. te hebben gehoord en myn brief aan D.v.T. te hebben gelezen) vurig party voor my trok.
Dat artikeltje is dus in zooverre onbeduidend van inhoud, 't is alleen om aan R. te zeggen: pas op, ik treed op politiek terrein.
Lang kan ik hier niet blyven. Ik kan my hier niet bewegen, en ook is het werken my onmogelyk. Als ik maar in godsnaam van dat dagelyksche af was, dan kwam alles gauw teregt.