heeft (en volgens my ook veel regt) zoude het voor my niet geraden zyn my nu kandidaat te stellen. Als Baud niet toevallig moest invallen, had ik nu van drie kiescollegien twee op myn hand en zoude met ⅞ zekerheid gekozen worden.
De B. en v.L. zyn drommelsche kerels. Je hebt geen begrip van dat doorzetten. Zelfs tegen Baud zouden ze my ook helpen, doch ze vinden het ongeraden, omdat ik geen echec moet wagen.
Doch de Buil zegt ik moet een artikeltje schryven, onbeduidend, en alleen ten doel hebbende om R. te doen voelen dat ik niet stil zit, en om hem op het idee te brengen dat ik lid van de Kamer worden kàn, al is het niet by deze gelegenheid, om hem daardoor te dwingen my Raad van Indie te maken.
Ik weet niet hoe ik met geld zal doen. Jan heeft my gezegd ik moest hem schryven als ik noodig had. Dat telkens weer vragen is zoo moeyelyk. Ik zal wachten zoo lang ik kan, misschien hoor ik iets goeds, en dan is het zooveel gemakkelyker.
Het is heel aardig dat v.L. en de B. tegelyk aan my gedacht hebben voor de tweede kamer. Als Baud er niet was zou het klaar wezen. Ik zou het echter alleen willen zyn om R. te dwingen my R.v.I. te maken. Daartoe moet dan ook