Brieven. Deel 2. Vervolg eerste periode 1846-1859

XLIII.

[Uit brief XLVI zal men kunnen opmaken dat de nu volgende 3 briefjes in de laatste maanden van 1850 geschreven zyn, toen hy met de stoomschepen Argo en Bromo langs de kust van Celebes was meegegaan tot Amoerang toe. Over land keerde hy naar Menado terug.]

Reede Amoerang ½ 3 's middags.

Lieve beste poeske! Om 2 uur van middag; zyn wy hier ter reede gekomen, na een zeer lief reisje. Ik heb je van morgen wel goed gezien beste, en begryp eens ik ben nog van plan geweest u te laten halen en mevrouw H. maar in de steek te laten, maar het was te laat.

Hoor eens liefje, ga eens kyken in myn laadje, daarin ligt een brief aan van der Pool, zend my die s.v.p.

Lieve beste ik heb het heel heel goed. Begryp

[p. 105]

eens hoe lief, de heeren hebben voor my koude thee gezet, en dat drink ik uit een glas. Ieder is vol attenties. Ik zal u later laten weten wanneer ik te huis kom. Dag beste lieve poes.

Uw mannetje.

De heeren laten u allen zeer lief en vriendelyk groeten.