Brieven. Deel 2. Vervolg eerste periode 1846-1859
(1891)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 68]
| |
van de Preanger regentschappen was en in Tjanjor woonde. Men zie over hem Idee 1016.] ... en u over het geheel gemakkelyk gevoelt. Omtrent Henriette en Sophie ben ik met u van gedachten dat het jammer wezen zoude als zy te zamen naar Holland gingen, maar tevens dat wy niets kunnen dwingen. Misschien dat zy nog van gedachten veranderen. Schryf en attendant aan Henriette dat zy Indië van de allerongunstigste zyde gezien heeft, en dat het verblyf hier veel goeds en aangenaams oplevert, schoon dat haar nog niet ten deel is gevallen. Ik houd zooveel van Henriette, ik zie haar voor een stevig karakter aan. Ik hoop dat later ons geluk haar moge bewegen om van haar voornemen aftezien. [Sophie is kort daarop in Indië overleden, terwyl Henriette in 't huwelyk is getreden met den heer baron van Heeckeren van Walien]. | |
[pagina 69]
| |
noodigd zyn. Dezelve gaan hier nevens. Is dat niet snel? Den 9den 's middags verzond ik eerst ons rekest en den 11de heeft de Weeskamer reeds het certificaat afgegeven. Mispelblom heeft zich zeer verdienstelyk gemaakt, want anders schuift men altyd die zaken op de lange baan. Indien nu de heer Rutering my terstond had geantwoord zoude ik reeds heden naar Tjanjor hebben kunnen gaan, en ik had u reeds dezen avond kunnen kussen, dan hadt gy Maandag de bruid kunnen zyn. Nu echter zoude ik eene vergeefsche reis maken wanneer R. eene anders opgemaakte Acte van Bekendheid begeerde, en ik heb hier te veel werk om voor niets my 4 à 5 dagen te verwyderen. Bied nu als gy wilt, de trouwpapieren aan den Heer Rutering aan, en vraag ZEd. of het zoo voldoende is. Ik geloof ja; antwoord my dan zoo spoedig mogelyk; dan kom ik terstond. Lieve engel, ik ben zoo verlangend! 3. Een trommel met kleederen. Dit heeft Keuchenius voor my bezorgd. Ik kan de hulpvaardigheid myner vrienden op Batavia niet genoeg pryzen. De kleeren zyn juist niet erg naar myn zin, doch dat is de schuld van myn kleermaker. Ik heb nog nooit zulk een gekke pantalon gezien. Nu lieve beste meisje, gy kunt nagaan hoe vurig ik op antwoord wacht, want daarvan zal | |
[pagina 70]
| |
het afhangen of ik dadelyk komen kan. Ik heb waarlyk alle spoed gemaakt. Rutering alleen fopt ons door zyne onzekerheid. Dag, lieve beste. Kon ik u zeggen hoe lief ik u heb! Uw Eduard. |
|