Brieven. Deel 2. Vervolg eerste periode 1846-1859
(1891)– Multatuli– Auteursrecht onbekendPoerw.k. 23 Maart 1846.
| |
[pagina 71]
| |
Ik wil den perjei (?) niet ophouden. Gy behoeft hem niets te betalen. Het is een teruggaande man, dezelfde die ik vandaar met den brief van Rutering naar hier had gezonden. Die brief is tydig gekomen, en de afkondiging is gisteren geschied. Adieu myn beste lieve. Overmorgen schryf ik met de post. Uw Ed. |
|