Deze brief is buiten het boekje niet waar lieve engel? Ik heb heden morgen uw brief van den 7den gekregen, waarin uw geboorteacte. Als gy er nu nog aan twyfelen mogt of ik haast maak u myn vrouwtje te maken, kan het volgende u daarvan overtuigen.
Ik had gehoopt heden morgen antwoord van den heer R. te krygen, omdat ik het rekest aan de weeskamer niet kon zenden voor ik wist of die Acte zóó goed was. Dit contrarieerde my dus zóó dat ik zeker heel strak heb gezien. Ik weet echter uit andere voorbeelden dat de weeskamer die Acte zoo aanneemt, en liet dus maar terstond dat stuk opmaken. Ik moest daarvoor vier getuigen hebben waarvan twee den eed moesten afleggen. De resident....
[De heer Dikkelman wordt in de eerste brieven ‘de ass. resid.’ in de laatste telkens ‘resident’ genoemd-Of hy gepromoveerd was, of dat Dekker hem kortheidshalve ‘resident’ noemde daar hy geen resident boven zich hebbende er toch de functiën van waarnam, is my onbekend.]
De resident (tevens notaris) is goed, maar uiterst langzaam. Hy wilde alles op zyn gemak doen, maar ik heb hem forsch aangesproken, en ofezegd dat ik voor twee ure de acte wilde heb-