mag niet mistrouwd worden. Dit was ook eigenlyk het geval niet, ik vreesde slechts dat iemand trachten zoude zich tusschen ons te stellen. Ik heb heden per landmail naar Holland geschreven, natuurlyk het meest over u, want gy weet: waar het hart vol van is... enz.
Ik kan zoo regt genoegelyk aan het oogenblik terug denken waarop ik u het eerst ontmoette, en aan al die omstandigheden welke gebeuren moesten voor wy by elkander kwramen. Uwe eerste jaren waren niet genoegelyk, en ook ik heb nog al gezworven, welk een heerlyke uitkomst is ons beide weggelegd! Alles heeft juist zoo moeten geschieden om ons zoo regt gelukkig te maken. Het doet my zoo leed u door myn schryven bedroefd te hebben, ik zal my voortaan voor die aantrekkelykheid wachten en nooit, nooit weder een oogenblik my ongerust maken over uw hart, myn beste. Ik ben zeer bekommerd over de positie waarin men op P.S. op het oogenblik verkeert. Roep my toch vooral, als men denkt dat ik iets goeds zoude kunnen verrigten.
Ik heb er mede te doen dat gy tegenwoordig zooveel te tobben hebt, en 's nachts niet behoorlyk slapen kunt, dan om de kleine Mientje, en dan om de kiespyn. Kon ik maar voor u waken. Denk eens lieve, eens komt er een tyd dat wy alle die