Brieven. Deel 1. Eerste periode tot 1846

[p. 13]

[Inleiding]

Ziehier wat Canevas waarop men de kleurige draden, die volgen, zal kunnen vasthechten, ieder op zyn plaats.

Het is een uittreksel uit den staat van dienst, zooals die berustende is by de Algemeene Secretarie te Batavia.

Eduard Douwes Dekker, geboren te Amsterdam 2 Maart 1820. Vader: Engel Douwes Dekker. Moeder: Sietske Eeltjes Klein.

In Indië aangekomen 6 Jan. 1839, schip Dorothea, gezagvoerder E. Douwes Dekker.

15 Januari 1839 in dienst getreden als klerk by de algemeene rekenkamer, zonder bezoldiging.

1 Maart 1839 een maandelyksch traktement toegelegd van f 80.

17 April 1839 verhoogd op f 125.

6 Februari 1840 benoemd tot 2^den kommies by de algemeene rekenkamer op een maandelyksch traktement van f 220.

9 Juli 1842 tot controleur 2^e klasse ter Westkust van Sumatra, traktement f 275 's maands.

25 October 1843 goedgekeurd het hem door den gouverneur van Sumatra's Westkust gegeven ontslag als controleur van Natal en ter beschikking gesteld van den resident der Padangsche Bovenlanden.

[p. 14]

Van 1 December 1844 tot uit. Juni 1845 een wachtgeld toegekend van f 91.67.

Besluit 14 Juni 1845, wachtgeld verlengd tot ult. December 1845.

Besluit 10 September 1845 machtiging verleend tot uitbetaling van het traktement als controleur 2^e klasse van 1 September 1843 tot 8 Januari 1844 en wachtgeld van 9 Januari 1844 tot einde 1844.

By besluit van 13 September 1845 tydelyk ter beschikking gesteld van den resident van Krawang tot uit. December 1845, op eene toelage van f108.33 boven het wachtgeld.

By besluit van 12 Februari 1846 op nieuw ter beschikking gesteld van den resident van Krawang voor den tyd van zes maanden op denzelfden voet.

18 Mei 1846 kommies op het residentiekantoor te Bagelen, traktement f 200.

By besluit van 25 Januari 1848 eene gratificatie toegekend van f 200.

By besluit van 27 October 1848 benoemd tot secretaris van Menado, tevens vendumeester, tractement f 400.

By koninklyk besluit van 17 December 1848 het radicaal toegekend als ambtenaar 2^e klasse.

By besluit van 8 October 1851 benoemd tot adsistent-resident tevens magistraat en kommandant der schuttery te Amboina f 500.

25 Juli 1851 eervol ontslagen als president der wees - en boedelkamer te Menado.

By besluit van 1 Augustus 1852 twee jaar verlof

[p. 15]

toegestaan naar Nederland (traktement f 2700 's jaars) tot herstel van gezondheid.

By besluit van 4 Januari 1856 benoemd tot adsistent-resident van Lebak.

By besluit van 23 Maart 1856 eervol van de verdere betrekking van adsistent-resident van Lebak ontheven en voorloopig belast met de waarneming der betrekking van adsistent-resident van Ngawie (Madioen) f 500.

Aangeteekend dat by kabinetsbrief van 23 Maart 1856, hy ernstig wordt terechtgewezen ter zake van zyne onvoorzichtige handelingen als adsistent-resident van Lebak.

By besluit van 4 April 1856 op verzoek, eervol uit 's lands dienst ontslagen.