| |
| |
| |
Hoofdstuk XX
|
twintigste hoofdstuk < [streep] Ma
A Mb1
Zeventiende Hoofdstuk [streep] Mb2
twintigste hoofdstuk. D1-D4 |
1 |
't Was < Het was Ma, D4
Vervolg van het opstel van Stern. Het was Mb
(Vervolg van het opstel van Stern.) Het was D1-D3 |
1 |
lezen in de binnengalery, < lezen, Ma1
lezen in de binnengalerij, Ma2 |
5 |
Havelaar. Kyk < Havelaar, zie M
Havelaar: ‘zie D1-D3 |
5 |
heb < heb nu M-D4 |
6 |
nu juist < juist M-D4 |
6-7 |
Hogarth, niet waar? < Hogarth.’ M
Hogarth.’ D1-D3 |
9 |
je < uw M-D3 |
10 |
zien! Ei, heb < zien;... heb M
zien,... heb D1-D3 |
10 |
waar je < waar ge M-D3 |
16 |
voorkomen. Juist in die dagen < voorkomen;... toen M
voorkomen... toen D1-D3
voorkomen... toen D4 |
16 |
was je < waart ge M-D3 |
18 |
't kind < deze M-D4 |
25-26 |
uit een goed gesloten kast in haar kamer scheen gehaald te hebben <
scheen gehaald te hebben uit eene goed geslotene kast in hare kamer M-D3
uit een goed gesloten kast in hare kamer scheen gehaald te hebben D4 |
28 |
geef je < geeft ge M-D3 |
29 |
gerust, Max: 't < gerust! Het M-D4 |
33 |
je < ge M-D3 |
| |
| |
36 |
je < gij M-D3 |
39 |
heel ongaarne < ongaarne M-D3 |
39 |
dit zal ik je < ik zal u dat M-D3 |
39-40 |
Geloof je < Gelooft ge M-D3 |
41 |
ook zal ik dat arme Lebak liefhebben <
schijnt het mij ook dat ik dat arme Lebak zal liefhebben Ma
schijnt het mij ook dat ik dat arme Leb(... ) zal liefhebben Mb
schijnt het mij ook, dat ik dat arme Leb... zal liefhebben D1-D3
schynt het my ook dat ik dat arme Lebak zal liefhebben D4 |
42 |
lydt sedert zooveel jaren < lijdt sedert zoo vele jaren M-D3
sedert zooveel jaren lydt D4 |
43 |
schrikken: ik kan hier niet gemist worden, Tine! En <
schrikken; en M
schrikken, en D1-D3
schrikken, ik kan hier niet gemist worden Tine! En D4 |
45 |
moest je < moest gij M-D3 |
45 |
kan je < kunt ge M-D3 |
46 |
je < gij M-D3 |
46 |
bent < zijt M-D3 |
47 |
woeste < wilde M-D4 |
48 |
werden < waren M-D3 |
52 |
Wil je < Wilt gij M-D5 |
52 |
die stumperts < hen M-D5 |
52 |
Kan jy < Kunt gij M-D3 |
56 |
ging toornig < ging M-D3 |
58 |
doch < doch die M-D3 |
64 |
lezer!149 < lezer. M
lezer! D1-D3, D4a
lezer!156 D4 |
65 |
dezen < dien M-D3 |
| |
| |
67 |
dit < dat M-D3 |
67 |
gedreven?176 < gedreven? M-D4
gedreven?176 D4a |
68 |
je < ge M-D3 |
71 |
Kan jy < Kunt gij M-D3 |
78 |
als zy < en M-D4 |
78 |
schynsel < licht M-D3 |
85 |
je < u M-D3 |
87 |
men je < men u M-D3 |
87 |
je vader < uw vader M-D3 |
88 |
je < uw M-D3 |
90 |
in tranen uit < uit in tranen M-D3 |
91 |
en toen < toen M-D3 |
95 |
toestand < positie M-D3
pozitie D4 |
97 |
te veel < veel M
te veel D1-D3 |
98 |
uzelf < gij zelf M-D3 |
99 |
als onderofficier in deze streken < in deze streken als onderofficier M-D3 |
101-102 |
aan den dag komt < blijkt M-D3 |
104 |
dus natuurlyk < dus M-D3 |
105 |
zoodanig < dat M-D3 |
111 |
rechtstreeks aan de Regeering te zenden <
te zenden regtstreeks aan de regering Ma
te zenden regtstreeks aan de Regering Mb-D3 |
111 |
daarvan < dier brieven M-D3
der brieven D4 |
| |
| |
111-112 |
komt het verzoek voor, ter verantwoording te worden geroepen <
komt voor een verzoek om te worden geroepen ter verantwoording M-D3
komt het verzoek voor om ter verantwoording te worden geroepen D4 |
112 |
wanneer < als M-D3 |
114 |
resident < resident van Bantam Ma
Resident van B(... ) Mb
Resident van B... D1-D3
Resident van Bantam D4 |
115 |
gehoord. Dit < gehoord,... dat M
gehoord: dat D1
gehoord, dat D2-D3 |
116 |
zelfs een misdadiger schuldig < schuldig zelfs aan een' misdadiger M-D3
zelfs aan een misdadiger schuldig D4 |
121 |
23 < den 23n M
den 23 D1-D3
den 23 D4 |
135 |
onderzoekingen. < onderzoekingen.157 D4 |
137 |
feiten, < feiten (sic) M
feiten (sic), D1-D3
feiten (sic) D4 |
138 |
staven, < staven M
staven158 D4 |
142 |
uitgebracht, < uitgebragt M
uitgebragt, D1-D3
uitgebracht159 D4 |
143 |
onderwerpen. < onderwerpen.160 D4 |
148 |
was. < was.161 D4 |
151 |
Bestuur. < bestuur. M-D3
bestuur.162 D4 |
154 |
gunstige < de gunstige M-D4 |
155 |
ontvangen, < ontvangen163 D4 |
| |
| |
158 |
Ngawi. < Ngawi Ma
N(... ) Mb
N... . D1-D3
Ngawi.164 D4 |
159-160 |
afhangen < afhangen, D1-D3
afhangen165 D4 |
163 |
diens < zijne Ma1
diens Ma2 |
163-164 |
onderteekende.177 < onderteekende. M-D4 |
165 |
Havelaar gelaten, < Havelaar; M-D3 |
168 |
in een wilden vloek uit < uit in een wilden vloek M-D4 |
172-173 |
tegen dat bedrog had kunnen hoeden <
had kunnen hoeden voor dat bedrog M-D3
voor dat bedrog had kunnen hoeden D4 |
173-174 |
hooren. Hy is verstrikt in 't web van de buitenzorgsche ambtenary. We kennen dat! <
hooren. M-D3
hooren. Hy is verstrikt in 't web van de Buitenzorgsche ambtenary. We kennen dat! D4 |
179 |
Ngawi, want ik < Ngawi. Ik Ma
N(... ). Ik Mb
N... Ik D1-D3 |
179-180 |
twee jaar lang in de Baglen, dat in de buurt is.178 Ik <
te Baglen, twee jaren lang,... ik Ma
te B(... ), twee jaren lang,... ik Mb
te B..., twee jaren lang, ik D1-D3
twee jaar lang in de Baglen, dat in de buurt is.166 Ik D4
twee jaar lang in de Baglen, dat in de buurt is.178 Ik D4a |
181 |
zou nutteloos heen-en-weer reizen zyn. Bovendien <
is nutteloos heen en weder reizen;... bovendien M
is nutteloos heen en weder reizen. - Bovendien D1-D3 |
181-182 |
't is my < is het mij M-D3
het is me D4 |
183-184 |
geknoei < bedrog M-D3 |
186 |
der < dier Ma1
der Ma2 |
| |
| |
188 |
kyk < zie M-D3 |
189 |
dezelfde < dezelfde Ma1
de Ma2-D3 |
192 |
verplaatst werd naar een andere afdeeling <
naar eene andere afdeeling verplaatst werd M-D3 |
194 |
je < u M-D3 |
196 |
dat < dat hier altijd zoo schandelijk is huisgehouden, dat M-D3
dat hier altyd zoo schandelyk is huisgehouden... dat D4 |
199 |
op de proef te dienen < te dienen op de proef M-D3 |
202-203 |
zyn opvolger ken ik, en ik weet dat er van hem niets te wachten valt <
wij kennen zijn' opvolger. Van dezen is niets te wachten Ma
zijn opvolger ken ik niet en weet niet, wat van hem te wachten valt Mb, D1
zijn' opvolger ken ik niet en weet niet, wat van hem te wachten valt D2-D3 |
204 |
voor dat arme volk iets te verrichten <
iets te verrigten voor dat arme volk M-D3 |
206 |
zou dat onmogelyk wezen < ware dat onmogelijk M-D3
zou dat onmogelyk zyn D4 |
206 |
Tine, hoor eens! < Tine! M-D3 |
208 |
Je < Gij M-D3 |
209 |
je weet < gij weet M-D3 |
209 |
by je < bij u M-D3 |
211 |
inzien < meening M-D3 |
220 |
max < Max M
(Was get.) max D1-D3 |
222 |
geweest te zyn < te zijn M-D3 |
222-223 |
de beslissing < het beslissen M-D3 |
226 |
je < gij M-D3 |
226 |
jezelf < u zelf M-D3 |
227 |
zyner < der M-D4 |
| |
| |
228-229 |
Verbrugge, en meende dus zyn opvolger te moeten afwachten <
Verbrugge; hij wachtte dus zijnen opvolger M-D3 |
229 |
omdat < wijl M-D3 |
229-230 |
uit een geheel anderen hoek van Java komen moest <
komen moest van Oost-Java Ma
komen moest van uit een geheel anderen hoek van Java Mb, D1
komen moest van uit een' geheel anderen hoek van Java D2-D3 |
233 |
15 < den 15n M
den 15den D1-D3
den 15den D4 |
237 |
van die < dier M-D3 |
238 |
myn betrekking van adsistent-resident terstond neerteleggen <
terstond nederteleggen mijne betrekking van adsistent-resident M
terstond nederteleggen mijne betrekking van Adsistent-resident D1-D3
myn betrekking van Adsistent-resident terstond neerteleggen D4 |
242 |
van de < mijner Ma1
der Ma2-D4 |
242 |
verplichting < verpligting om M-D3
verplichting om D4 |
243 |
afgelost te zyn < te zijn afgelost M-D3 |
248 |
te < op M-D3 |
252 |
dit < dat M-D3 |
254 |
deze < die M-D3 |
256 |
op myn loyauteit vertrouwden < vertrouwden op mijne loyauteit M-D3 |
262 |
Deze < Die M-D3 |
264 |
Eens < Eenmaal M-D4 |
266-267 |
van 't Gouvernement < des gouvernements M
des Gouvernements D1-D3 |
275 |
nu met < met M-D3 |
279 |
erkennen < bekennen M-D3 |
| |
| |
283 |
Terstond < Dadelijk M-D3
Terstond D4 |
286 |
geduldig < geduldig af M-D3
geduldig D4 |
287 |
myner < van mijne Ma1
mijner Ma2 |
289-290 |
zou aldus tot de komst van myn opvolger zyn voortgegaan <
ware aldus voortgegaan tot de komst van mijn’ opvolger M-D3 |
291 |
bracht < stelde M-D3 |
291-292 |
aan die dubbelzinnige verhouding een eind te maken <
een einde te maken aan die dubbelzinnige verhouding M-D3 |
295 |
ze < hun M-D3 |
296 |
ze < hun M-D3 |
307 |
max < Max M
(Was get.) max D1-D3 |
313 |
by den heer Slymeting af < af bij den heer Slijmering M-D3 |
313-314 |
met de gewone indische gastvryheid ontving <
ontving met de gewone indische gastvrijheid M
ontving met de gewone Indische gastvrijheid D1-D3 |
315-316 |
zeide zoo beteekenisvol mogelyk < zeide M-D3 |
320 |
om gehoor verzoeken < verzoeken om gehoor M-D3 |
323 |
verzoeken < verzoeken om M-D4 |
328-329 |
aan zyn < zijner M |
331 |
Hiervan < Daarvan M-D3 |
333 |
op-nieuw < weder M-D3 |
333-334 |
gehoord te worden < te worden gehoord M-D3 |
335 |
hierin < daarin M-D3 |
338 |
wezen zou < zou wezen M-D3 |
340 |
Dit < Dat M-D3 |
| |
| |
340 |
donderslag. <
donderslag. Hij kende den nieuwen gouverneur generaal te goed om van dezen iets te verwachten. Ma
donderslag. Mb |
342 |
voldoende < genoeg M-D3 |
343 |
dit < dat M-D3 |
346 |
aan den aftredenden Gouverneur-generaal schynt geschreven te hebben <
schijnt geschreven te hebben aan den vertrekkenden gouverneur generaal M
schijnt geschreven te hebben aan den vertrekkenden Gouverneur-generaal D1-D3
aan den vertrekkenden Gouverneur-generaal schynt geschreven te hebben D4 |
348 |
met potlood aangeteekend < aangeteekend met potlood M-D3 |
349 |
by 't afschryven veranderd zyn < veranderd zijn bij het afschrijven M, D2-D3
verandert zijn bij het afschrijven D1*
by het afschryven veranderd zyn D4 |
352 |
een vreemde < vreemde M |
352-353 |
voor eensluidend afschrift zyn geteekend. <
zijn geteekend ‘voor eensluidend afschrift. M*
zijn geteekend: ‘voor eensluidend afschrift.’ D1-D3 |
353 |
de man < hij M-D3 |
354 |
volkomen-juisten < juisten M-D3
volkomen-juisten D4 |
354-355 |
maken.184 Men zou < maken dan zal men M
maken: dan zal men D1-D3
maken.171 Men zou D4
maken.184 Men zou D4a |
356 |
minuut. Zakelyk korrekt was de inhoud aldus: < minuut. M-D3 |
359 |
aangaande de Lebaksche zaken te worden gehoord <
te worden gehoord aangaande de lebaksche zaken Ma
te worden gehoord aangaande de leb(... )sche zaken Mb
te worden gehoord aangaande de Leb... sche zaken D1-D3 |
362 |
audientie < eene audientie M-D4 |
364 |
dit < het M-D3 |
| |
| |
575 |
mag < kan M-D3 |
384 |
Hierover < Dáárover M-D3 |
384 |
evenwel < echter M-D3 |
389 |
uw < het M-D3 |
395 |
met haar geweten kan overeenbrengen <
kan overeenbrengen met haar geweten M-D3 |
401 |
max < Max M
(Was get.) max D1-D3 |
413 |
hollandsch schryven < hollandsch M-D3 |
424 |
Dit < Dat M-D3 |
425 |
het aanzyn geven aan iets < iets daarstellen Ma
het aanzijn geven aan iets Mb-D3 |
435 |
bezigheid187... < bezigheid; - M
bezigheid: - D1-D3
bezigheid... D4
bezigheid187... D4a |
438 |
't godje dat < den god dien M
den God, dien D1-D3
het godje dat D4 |
438-441 |
beeld... door duizenden en tienduizenden van exemplaren uit het droogstoppelras, die - voortgaande hun zaakjes op de bekende wys te behartigen - 't hardst zullen meeschreeuwen over de mooijigheid van m'n geschryf188... door <
beeld; - door M
beeld: - door D1-D3
beeld... door D4
beeld... door duizenden en tienduizenden van exemplaren uit het droogstoppelras, die - voortgaande hun zaakjes op de bekende wys te behartigen - 't hardst zullen meeschreeuwen over de mooyigheid van m'n geschryf door188 D4a1
beeld... door duizenden en tienduizenden van exemplaren uit het droogstoppelras, die - voortgaande hun zaakjes op de bekende wys te behartigen - 't hardst zullen meeschreeuwen over de mooyigheid van m'n geschryf... 188 door D4a2 |
445 |
dit < dàt M-D3
dìt D4 |
| |
| |
446 |
wilde zóó schryven < wilde schrijven, zóó, M-D3 |
449 |
de wyze zal beoordeelen < zal beoordeelen de wijze M |
458 |
dit < dàt M
dát D1-D3 |
460 |
gy Ministers < ministers M
Ministers D1-D3 |
463 |
die ten-laatste < die M-D3 |
464-465 |
een plaats vragen < vragen om eene plaats M-D3 |
467 |
uitgereikt,191* < uitgereikt, M-D4
uitgereikt,191 D4a |
467-468 |
op 't vreemd denkbeeld te brengen <
te brengen op het vreemd denkbeeld M-D3 |
473 |
van < der M-D4 |
478 |
geloofde < gelooft M |
485 |
wanneer < als M-D3 |
489 |
de < die M-D3 |
489 |
arme martelaren < martelaren M-D3 |
490 |
wettelyken < wettigen Ma1
wettelijken Ma2 |
492 |
dit < dàt M
dát D1-D3 |
492 |
van de < der M-D3
der D4 |
495 |
zooals < als M-D4 |
495 |
de < die M-D3 |
500 |
noodig zal wezen < zal noodig zijn M-D3
zal noodig wezen D4 |
506 |
durf ik met vertrouwen vragen < vraag ik met vertrouwen M-D3 |
| |
| |
507 |
Havelaar < de Havelaars M, D4
de Havelaar's D1-D3 |
507 |
wordt < worden M-D4 |
507 |
met < door M-D4 |
508 |
Droogstoppels? < Droogstoppels; - M
Droogstoppel's; - D1-D3
Droogstoppels?178 D4
Droogstoppels? D4a |
|
|