Ideën VI
(1878)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 177]
| |
waardige ‘hossen’ eenige tientallen jaren geleden te Rotterdam werd uitgevonden, en dat alzoo deze eigenaardige manier van vooruitgang van veel jonger tyd dagteekent dan myn verhaal.
Ik heb tegen deze meening van de archaeologen twee zeer gewichtige bedenkingen in 't midden te brengen. Vooreerst hééft m'n verhaal geen dagteekening - de welberekende fout die my de vryheid verschaft naar hartelust rondtegrabbelen in den aard der dingen - en ten-tweede: het hossen is, op weinig dagen na, zoo oud als de wereld. De welbekende Cherub die de voorvader is van alle deurwaarders, hoste Adam en Eva 't Paradys uit. Kaïn hoste z'n broêr Abel den dood in. De kinderen der ‘reuzen’ hosten de kinderen Gods: God-zelf hoste het heele menschelyk geslacht - op acht man na - te-water. Israel hoste Kanaän, en wel op hoog bevel. Assyrie, Medie, Perzie, Syrie, Egypte, Arabie... alles hoste. Grieken en Romeinen hosten. Keizers en koningen hosten de Volkeren. Volken hosten koningen, keizers, en elkander. Amerika host Europa. Europa host Indie, dat... niet eens klagen mag, want het begòn!
Men ziet dus dat die roem van de rotterdamsche kermis in dit opzicht nogal wurmstekig is. Zoo-als meer roemen.
En... niets gemakkelyker dan de verklaring waaròm 't hossen zoo'n oude zaak is! Alles streeft naar uitbreiding, en bymangel aan mogelykheid daartoe, naar verplaatsing. Wie geen kans ziet, zich grooter te maken dan-i is, tracht ànders te worden dan-i is. En wie ook dit niet kan, poogt elders te wezen. By-gebrek aan groei of verbetering, meent men genot te vinden in verplaatsing. A zoekt de plaats intenemen van B, B van C, C van D, enz. Vanhier het eindeloos heen-en-weer dringen, dat - slechts middel eerst - weldra overgaat in doel. Wie aan elk individu die deel uitmaakt van 'n volksmenigte, de vraag doet: waarom hy zich zoo gejaagd hèr-en-dèr beweegt, zou nooit 'n voldoend antwoord krygen. Ieder dringt en stuwt òm te dringen, òm te stuwen, en hieruit wordt de algemeene beweging geboren, die evenmin een op beredeneerde voorkeur gegronde oorzaak van bestaan heeft, als de onderlinge woeling der doelen die haar te-weegbrengt. Deze werking is zuiver dynamisch. Ook op geestelyk en staatkundig terrein... maar hieraan dacht Wouter niet. |
|