Weesper- en Amstelstraten door, naar de Botermarkt...
Want op dat plein woonde de Caesarine Laps die 'n
zevenklapper in 't gezicht moest krygen juist toen ze bezig was met haar
alleraardigst: venit, tetigi, en... ‘heere-krrristis wat is
dat?’
Wat dit is, juffrouw Laps? Wèl, 't is fantastische
doeleindenleer. Al die koningen, prinsen, prinsessen - en zelfs de Paltsgravin
met haar puistjes, joujou en hooge geboorte - zyn op dien warmen dag
door 'n hooger Wezen in de stad gezonden om u in de wielen te ryden. Het is uw
plicht dit te gelooven... o, geloofster!
Ze geloofde het niet! En ze kòn het niet gelooven, want ze
wist er nog minder van, dan van al de andere dingen die ze voorgaf zonder
bezwaar te slikken. Het onweer op Sinaï was door den ‘Heer’
beschikt om de Joden aan 'n behoorlyk reglement van policie te helpen, maar die
nydige zevenklapper...
Ze vloog naar 't venster. Wouter ook. Er bleek nu dat de bedoeling
van den haar en hem onbekenden artillerist niet boos geweest was, want niemand
lette op de nieuwe toeschouwers. Bovendien, ook andere vensters raakten
gaandeweg open en bezet, waardoor de aandacht van 't straatpubliek verdeeld
werd. Er bleek uit niets dat men zich om juffrouw Laps of haar gast meer
bekommerde dan om elk ander die toekeek. Zonder erg werd er rechts en links
gebombardeerd, en onze beide heldjes konden in alle kalmte waarnemen wat er op
de straat voorviel. Juffrouw Laps kwam de zeer gewenschte vergetenheid nog
te-hulp, door 't licht uitteblazen - 'n voorzorg die door den overigens zoo
byzonder intelligenten zevenklapper schandelyk verzuimd was - en Wouter
vermaakte zich kinderlyk by 't aanzien van de pret. Hy vergat z'n buurvrouw en
haar opdringende vriendelykheid, om naar 't gewoel der menigte te kyken. Het
meedeelen van de hieruit voortvloeiende opmerkingen werkte op hem
ontnuchterend, en ook zy vond er onwillekeurig aanleiding in om zich wat
eenvoudiger voortedoen dan ze gewoon was. Ze praatte ditmaal zonder
‘Heer’ en liet de ‘genade’ wat rusten. Zelfs scheen ze
- voor 'n oogenblikje maar, denk ik - haar plannetjen optegeven. De nacht was
nog lang, dacht ze misschien.