ste! Anders ben je fittu, dit begryp je zelf
wel.
- M'n vader is dood, zei Wouter, alsof deze byzonderheid de
borgstelling minder noodzakelyk maakte, maar eigenlyk omdat-i niet wist wat-i
zeggen moest, en toch 'ns eindelyk wat zeggen wilde.
- Zoo? Dood? Ja, dat komt soms voor. Dood? Heel goed! Maar heb je
dan geen moeder die voor je storten kan!
- Ik... zal... 't... 'r... vragen, stotterde Wouter.
- Wel zeker! Ga jy 'r dat maar terstond vragen. Want, zieje, in den
handel komen geen praatjes te-pas. Zóó gezegd, zóó
gedaan, dat's 't voornaamste! Anders ben je fittu. Hier is nòg 'n
winkel. Daarin heb je ook te werken... als je moeder storten kan. Dat's 't
voornaamste!
De Weledele Heer Motto geleidde Woutertje in de leesbibliotheek.
Langs de drie wanden stonden eenige kasten met boeken die tot aan de niet zeer
hooge zoldering reikten. Overigens bevond zich in dat lokaal niet veel anders
dan 'n inslagtrapje dat dienen moest om de wat hoog hangende vruchten der
letterkunde te plukken, en 'n dik boek waarin de protestantsche jongeling die
lust in werken had, de namen zou opschryven van de personen die zich aan dezen
hengstebron kwamen laven voor 'n dubbeltje per ingebonden teug in de week. In
Wouter's tyd namelyk, was de beschaving van deze soort duurder dan
tegenwoordig, en abonnement was uitzondering.
- Zieje, zei m'nheer Motto, daar is 't boek, of wat je zou kunnen
noemen: 't grootboek. Je verstaat toch 't boekhouden wel?
Wouter was genoodzaakt te erkennen dat ook dit alweer behoorde onder
de vele vakken die hy niet bestudeerd had.
- Ook al niet, jongen? Dat's toch in den handel 't voornaamste!
Want, zieje, wie dàt niet kan, is fittu. 't Is heel eenvoudig. Je
moet opschryven wie 'n boek haalt, met dag en datum er by, en 't huisnummer, en
de straat, en alles. En als ze-n-'t weerom brengen, dan haal je-n-'r 'n streep
door. 't Zou er mooi uitzien als je dàt niet deed! En als je de menschen
niet kent, moet je...
- Pand vragen? riep Wouter snel, verheugd dat-i eens eindelyk wat
wist.
- Ja, pand. Één gulden voor elk deel van 't heele
werk. Want, dit begryp je, als er één deel weg is, is 't heele
werk fittu. Van de sigaren en de snuif zal ik je later alles precies