Met tranen in de oogen bleef 't kind verklaren dat-i niets van de
zaak gewaar werd. Het gebluf van de anderen op snel begrip, had hem in den waan
gebracht dat er in dat boekjen iets van die uitgetogen of opgeheven moordtuigen
te zien was, iets tragisch, iets heldhaftigs, of iets van dien edelknaap
althans. En nu de meester bovendien van afsnyden begon te spreken:
- Ik zal nooit iets leeren, jammerde hy.
- Dan moet je maar beter luisteren, als de meester of Stoffel je wat
uitlegt, zei de moeder. Ja, meester, hy is altyd zoo achterlyk geweest.
Senie in leeren heeft-i volstrekt niet, en ik kan 't er maar niet in
krygen.
Dit kon den meester nu minder schelen, als hy maar mocht voortgaan
met onderwyzen. Z'n bewondering over die fameuze afsnydingsteekens was nog niet
uitgeput.
- Het zal u voorzeker bekend zyn, juffrouw, dat de woorden verdeeld
worden in mannelyke, vrouwelyke en onzydige?
- Ja, meester, dat heeft Stoffel ook gezegd.
- Juist! ‘Degen’ is mannelyk, en ‘dolk’ ook,
dit begrypt u?
- Wel zeker, dat 's heel duidelyk.
En al de meisjes riepen: zeker, zeker!
De meester had met welgevallen die gulle betuigingen aangehoord, en
z'n stoel gepolyst door wenden en keeren om ieder op z'n beurt gelukkig te
maken met 'n blik van goedkeuring. Z'n tevredenheid scheen eindelyk domicilie
te kiezen by de vrouw des huizes. Met schouder, oog, duim en wysvinger trachtte
hy haar in de ziel te grypen:
- Mannelyk alzoo! Deklineer uwe nu eens ‘uitgetogen
degen’ juffrouw, of - indien u dit misschien gemakkelyker mocht voorkomen
- beproef eens het te verbuigen.
- Ja, ja, juist! Dat moet jeluî nu maar 'ns doen met je allen,
riep ze. En jy Wouter, doe ook mee, dan leer je wat, niet waar, meester? En ik
moet abseluut na de keuken, anders laat ze weer de gort aanbranden... want we
eten gort, meester, en we hebben 'n nieuwe meid. 't Schepsel weet van toeten
noch blazen... 't is 'n gedoe!
Onder dit voorgeven trok zich juffrouw Pieterse magnificentelyk van
't slagveld terug. Met veel gehaspel trachtte nu Pennewip de rest van z'n
auditorium aan 't verstand te brengen hoe inkunstig de auteur van het treurspel
de uitgetogen-