Ideën IV
(1877)– Multatuli– Auteursrechtvrij990.Anderen gaan wèl zoo ver. Of liever, ze blyven zoo ver achter. 't Is waarlyk om moedeloos te worden, als ik hooren moet dat er door sommigen waarde wordt gehecht aan dat vers van albert! En ik waarschuwde nogal door uitdrukkelyk te verklaren dat de eenvoudig-verstandige hansje geen blyken geeft van goedkeuring, zy die kort daarop, juist als tegenstelling met zulk rymelend gewawel, bewys geeft wèl - en dus beter! - te weten wat poëzie is! Bovendien, ook als staal van verzenmakery, staat albert's werk niet boven 't alledaagsche. Om in dat ambacht iets uitstekends te leveren, zou ik me daarop 'n week of zes moeten toeleggen, waartoe ik m'n tyd en denkvermogens te kostbaar acht. Wat ik nu-en-dan op dat terrein voortbreng (56) is juist even goed genoeg om te doen in 't oog vallen dat ook het door wat oefening te bereiken iets betere, niet de minste waarde | |
[pagina 240]
| |
heeft. Mannen moesten zulke kinderachtigheden aan woutertje pieterse overlaten, en aan juffrouwen laps ‘die 'n oom jarig hebben.’ Zes weken, zei ik? Wel, om 't tot de handigheid van ten kate te brengen, zou ik misschien wel drie maanden behoeven. Ieder die m'n arbeid aandachtig leest, zal inzien dat het jammer wezen zou zooveel tyd wegtewerpen aan laf kinderspel.
Zal men dan nooit leeren wat poëzie is? |
|