byzonderheden’ niet opgegeven! Sta me toe, hier de krantenfraze in
haar geheel te herhalen, en let op 't bedrog:
‘Tal van bijzonderheden werden verder aangehaald uit het
leven van den grooten Staatsburger, wier vermelding den Spreker echter te ver
zou voeren. Slechts deze bijzonderheid, zeide hij, vinde hier eene
plaats...
Daarop volgt de eene byzonderheid die wèl genoemd werd!
Van zulk allooi zyn alle stukken over
thorbecke, die my onder de oogen
kwamen. Heb ik recht of niet, te waarschuwen tegen zoo'n valsche-muntery?
En... ge vraagt, hoop ik, naar de ééne byzonderheid,
die de uitstekendste schynt geweest te zyn, daar ze met voorbygang van al de
anderen, werd uitgekipt?
‘thorbecke versprak zich nooit, waar hij zich ook
bevond, noch in een vertrouwelijk gesprek, noch in 's Lands raadzaal...
't Begint den schyn te krygen, dat m'n beste
louise
in Vorstenschool haar oordeel over 'n onbeduidend
ministertje, van die lofrede gekopieerd heeft. Ik kan gelukkig bewyzen dat de
regels:
‘hy spreekt... vry wel, maar zonder hart altyd,
En mist den moed zich somtyds te verspreken.’
voor jaar en dag geschreven zyn. Als kommentaar noteer ik dat me nu
blykt ook in die regels alweer 'n fout gemaakt te hebben. Ik verspreek
me dikwyls, goddank! Na ‘hart’ moet 'n dubbelpunt staan, en 't
eerste woord van den volgenden regel is: hy. Zóó
gekonditioneerd werp ik louise's woorden den lofredenaar van
thorbecke in 't gezicht!
Het is te betwyfelen of deze korrektie begrepen wordt door lezers
die door overmatig gebruik van krantartikels 't lezen verleerd hebben. Dat is
hùn zaak!
Zich nooit verspreken? Niet in 'n ‘vertrouwelyk
gesprek?’
Zoo'n kwaadaardige opinie heb zelfs ik niet over Mr.
thorbecke! Maar 't schynt dat z'n vrienden in die aanklacht
berusten.
‘Zyne woorden waren steeds de geregelde uiting van eene
geregelde gedachtenloop.’
Wie ooit in Indie terechtzittingen bywoonde, waarby veel