Ideën IV
(1877)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 152]
| |
Veel liever had ik me toegelegd op 'n ambacht, en nog heden zou ik uit gierigheid op m'n denkvermogen aan zulk 'n werkkring verreweg de voorkeur geven indien er kans bestond daardoor in m'n behoeften te voorzien. Ik vraag slechts drie maanden - hoogstens! - om met eere te kunnen dienst doen als smids- timmermans- of horlogemakersknecht. Maar wat kon dit baten? Met den grootsten yver zou 't me onmogelyk zyn, op die wyze de paar ton gouds aftebetalen, die ik schuldig ben. Om nu niet te spreken van belangryker zaken die ik nog te regelen heb in den korten tyd die my te leven overblyft.
Iets anders alzoo! Ik zou prote in 'n drukkery kunnen zyn - een onbekend vak in 't land dat op de uitvinding der boekdrukkunst boogt! - maar, helaas, zonder kans op beter financieelen uitslag dan by 't horlogemaken. 't Spreekt vanzelf dat direkteuren van drukkeryen, die zoo weinig weten van hun eigen vak, dat ze 't zonder protes of letterkundig ontwikkelde korrektors meenen te kunnen afdoen, geen schatten zouden betalen voor 'n nieuwigheid waaraan ze geen behoefte voelen. Misschien zou ik nog geld moeten toegeven.
Iets anders dus. Ik had kans gezien - mits in oorlogstyd! - 'n vloot te kommandeeren, zonder me grooter schande op den hals te halen, dan by zulke gelegenheden gebruikelyk is. Als soldaat neem ik 't op tegen de afgeëxerceerde rekruten van de jongste lichting, en als generaal - mits in oorlogstyd alweer! - tegen de ouweluî van alle lichtingen. 't Spreekt vanzelf dat ik hier dezulken uitzonder, die zich nooit met militaire zaken inlieten, en dus misschien zouden staan blyven tegen-over den vyand, of wel - o civiele gruwel! - hem te-gemoet gaan! |
|