Ideën IV
(1877)– Multatuli– Auteursrechtvrij941.Om billyk te zyn, moet ik erkennen dat darwin zelf mank gaat aan 't vervloekt euvel der halfheid. Als wysgeer op algemeen gebied staat hy ver beneden z'n systeem. En dit nu niet alleen omdat-i overal onbewezen daadzaken - en zelfs bewysbare onwaarheid! - als waar aanneemt, maar hy durft niet te breken met 'n God, die toch volgens datzelfde Darwinismus geen werkkring hebben zou. Is dit menschenvrees? Durft-i het Anglikanisme niet aan, de fameuze gouvernements high church? Arme wetenschap!
Wat my betreft ik heb 't Darwinismus niet van darwin. Indien men my niet had gejaagd en geplaagd als 'n wild | |
[pagina 132]
| |
dier, zou ik lang vóór hem de hoofdeigenschap die z'n stelsel beheerscht, geopenbaard hebben. Z'n natural selection bestaat werkelyk. Maar hy hecht daaraan grooter gewicht dan ze verdient, omdat ze slechts 'n onderdeel is van 'n veel algemeener aandrift. Als men my 't arbeiden niet geheel onmogelyk maakt, hoop ik dit eenmaal aantetoonen. Voorloopig dit. Darwin's meening over den invloed van geslachtskeuze, beperkt de oplossing der wyze van wording tot de voorwerpen en individuen die inderdaad 'n geslacht hebben. Waar blyft alzoo de wet op 't ontstaan van geslachtelooze voorwerpen? Of laat hy ten-behoeve van dit departement 'n God bestaan, die alzoo wel zonnen en manen, marmer en zeewater mag voortbrengen, doch zich niet te bemoeien heeft met den hals der giraffen of de hoorns van 'n rund? Ronduit gezegd: darwin is kinderachtig. Indien hy, om de strekking van z'n systeem uittebreiden tot het al - gelyk de eisch, en mogelyk is! - gedacht had aan iets als wat ik aanroer in de tweede noot op 198, zou hy 't gezegd hebben. En zònder deze gissing - die hy dan door toelichting had moeten verheffen tot hypotheze - blyft z'n systeem, zoo als 't daar licht, stukwerk. (Zie Noot op 510.) Mèt die gissing evenwel, moet het geheel anders gedemonstreerd worden. Maar noch 't een noch 't ander maakt de zaak volkomen helder. Men moet 'n geheel anderen weg inslaan. |
|