Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij889.Als bydrage tot de geschiedenis van stelselmatige geestverstomping, is 't niet onbelangryk te wyzen op de gemakkelykheid waarmee men geslaagd is, het Menschdom twee lynrecht tegen elkaar inloopende stellingen te-gelyk te doen aannemen. We zyn verlost - van wàt eigenlyk? - maar in-weer-wil hiervan hebben we voortdurend behoefte aan allerlei kunstmiddeltjes om niet verdoemd te worden. Na den zoendood van jezus had het emplooi van verdere bemiddelaars en zielbezorgers eigenlyk moeten vervallen. Verre van daar, wist men deze heugelyke gebeurtenis zóó intekleeden, dat ze wèl beschouwd neerkomt op iets heel verdrietigs. De eerste menschen tastten mis uit zinnelyke begeerlykheid, en om nu hun nakomelingen te vrywaren voor de gevolgen van die fout, geeft men ons - en 't wordt aangerekend als 'n gunst - 'n taak te vervullen die veel zwaarder is dan die van den onnoozelen adam. Hy behoefde slechts z'nzinnen te beheerschen. Wy - verlosten! - zyn door den aard der dingen wel genoodzaakt elken stond van ons leven 'tzelfde kunststuk te verrichten, en moeten bovendien ons verstand ten-offer brengen. Zeker zou 't den goeden jezus bedroefd hebben, indien-i voorzien had dat men zyn leer en lyden gebruiken zou tot zooveel hansworstery! En... met iets meer ondervinding en wereldkennis had-i 't kùnnen voorzien. Om nu van de bende industrieelen niet te spreken, die gereed staat elke nieuwe of op nieuwe wyze voorgedragen waarheid rondteventen op 'n manier die haar tot leugen maakt (472) vraag ik of jezus niet wist dat-i telkens zou misverstaan worden door tydgenoot en nakomelingen, ook door welwillenden? Noch aan 't een noch aan 't ander schynt-i gedacht te hebben. Althans er blykt niet dat-i zich wapende tegen scheeve opvatting, daar-i zich voortdurend schuldig maakt aan 'n slordigheid in uitdrukking en 'n verwaarloozing van methode, die alle grenzen te-buiten gaan. Hierdoor wordt zoowel valsheid als | |
[pagina 311]
| |
onwillekeurig misverstaan in de hand gewerkt. 't Komt me voor, dat stiptheid van redaktie niet overbodig wezen zou in boodschappen uit 'n Hemel waarmee de kommunikatie allermoeielykst is, zoodat er op nader toelichting niet kan gerekend worden. Nooit verkeerde het arme Menschdom in grooter onzekerheid omtrent z'n hoogste belangen, dan na 't vernemen van de byzonderheden die daarover zoo'n byzonder helder licht heeten te verspreiden. Tòch wist men de geadresseerden achttien eeuwen lang tevreden te houden met het vernomene! Zou dit mogelyk geweest zyn, zonder vooraf 't gezond verstand vermoord te hebben? Tot dezen moord nu hebben de scholen dapper meegewerkt. Karel de groote wist het wel, toen-i duizend jaar geleden de Saksers ten-onder bracht met lanssteken, zwaardhouwen en... onderwys! |
|