Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 293]
| |
niet, dan toch uit de inkonsekwentien van de Wet. Ze geeft overal met gulheid de duidelykste blyken van wantrouwen in het door haarzelf ingevoerd africhtings-systeem dat onze Maatschappy bederft. Nooit durfde men eenig voorrecht toekennen aan den knaap die met us-a-um gelaafd werd, boven 't meisje dat in de keuken of by de breikous opgroeide. De ornatissimus van twee-en-twintig jaar is precies even onmondig als de ongeleerdste boerelummel. Bewyst dit niet hoe weinig vertrouwen de Wetgever zelf durft stellen in de aangenomen methode van menschmakery? En dit wantrouwen straalt overal door. Indien wy de minste praktische waarde hechtten aan ons Onderwys, waarom dan bepaald dat allen - d.i. alzoo, geleerden en poldergasten, in één greep genomen met alles wat daartusschen ligt - gelyk zyn voor de Wet? Ik wil op dit oogenblik deze zeer ondemokratische fiktie - 'n waar adels-praerogatief van schelmen en botterikken, 't dolst kommunismus van hart, kennis en verdienste! - niet ontleden, noch haar aanvallen in de verderfelyke hoedanigheid van Leugen, doch gebruik haar nu slechts als bewys hoe de Maatschappy - als 'n geneesheer die z'n eigen drankjes versmaadt - de inrichtingen van Onderwys laagstelt, waarvan zyzelf voorgeeft ontwikkeling en veredeling te verwachten. 't Zou inderdaad weinig moeite kosten 'n middelmatig begaafd kind vóór z'n zestiende jaar ‘klaartemaken’ voor 'n ‘eind-examen’ en dan zou zich de kurieuze omstandigheid kunnen voordoen, dat men den jongeling by 't overreiken van de doktersbul, 'n vermaning gaf om ouders en voogden onderdanig te zyn. Men ykt hem tot voorganger van volwassenen, maar... zèlf volwassen is-i niet! Jaren lang nog moet-i zwygen waar aan anderen 't recht van spreken gegund wordt, en dezelfde Wet die hem 't recht toekent... menschen te vormen door z'n onderwys, ontzegt hemzelf den rang van mensch dien-i geroepen is meetedeelen aan z'n leerlingen. Hy mag dieven en moordenaars vrypleiten of in het tuchthuis leveren, maar z'n handteekening onder 'n acceptatie heeft geen waarde. En als-i ergens de glazen inslaat, moet papa betalen. Al ware hy evenwel ouder dan zoo-even als mogelyk gesteld werd, zoolang hy den omineuzen leeftyd van drie-en-twintig jaren niet bereikte, staat-i zoowel beneden z'n jongere zuster die vroeg huwde, als onder den loteling die zoo van de ploeg kwam. Deze beiden - zonder 't minste grieksch of latyn - worden beschouwd als personen, toegelaten tot | |
[pagina 294]
| |
den eed, belast met verantwoordelykheid, altemaal onderscheidingen die men den onmondigen doctor niet durft toekennen. Dezelfde Maatschappy alzoo, die openlyk erkende dat de knaap het door haar voorgeschreven kwantum schoolwysheid behoorlyk in zich opnam, wacht zich wel hem te-gelykertyd 'n diploom uittereiken als burger, noch zelfs als volwassene. Of ze hieraan wèldoet, is nu alweer de vraag niet. Ik wenschte slechts aantetoonen dat ze nagenoeg van myn gevoelen is omtrent de doelmatigheid van de middelen die wy aanwenden om 't jonge Nederland tot menschen te vormen. Zoodanige overeenstemming komt te zelden voor, dan dat ik daarvan niet zou melding maken als van 'n byzonderheid. |
|