Wy zyn in onze huishoudelyke opvatting gewoon den loop der
zaken omtekeeren. In 't bezit geraakt van 'n vogel, koopen wy 'n kooi. In de
groote volière van de Natuur daarentegen, zyn vogels noodzakelyke
sekwelen van ruimte in-verband met 'n oneindig aantal andere gegevens.
By haar is inhoud bedongen door omtrek. Wy omheinen het bestaande
met willekeurige lynen. Zy vult, en wy vormen.
De Natuur levert alzoo slechts rezultanten. Iets verder
gaande mogen we vaststellen dat ook ònze arbeid, het rezultaat van
ònze luim en ònze kracht, tezaamgenomen met de onderwerpen waarop
we dat alles toepassen, slechts rezultante is.
Gegeven: onze Maatschappy, myn oordeel over 't onderwys, 't stuk van
den heer hemkes, de mauvaise-marque
van 1828, pen en papier, de brandende dorst van publiek naar
veredeling, en nog 'n dozyn oneindigheden gegevens meer... ziedaar de redenen
waarom de eentjes te water gaan. Wie de vyvers supprimeert, maakt er kippen
van.
Ziedaar tevens de oorzaak die my noopt deze nummers over Onderwys te
schryven.
En ziedaar ook grond tot de verwachting dat de Natuur 't nooit zal
laten ontbreken aan onderwerpen waarmee onze kinderen zich kunnen oefenen in 't
denken. Wy behoeven hun die onderwerpen niet optedringen. We
mogen dit niet. En toch geschiedt het op de scholen.