de behandeling vaak onheusch. Maar die gewesten
liggen ver van de menadosche bovenlanden, die v.r. bezocht, en waar de
bevolking allergoedaardigst is.
Ik heb ten-aanzien der Zendingszaak o.a. drie vragen te doen, waarop
't antwoord wel niet zal gegeven worden.
10 Waarom begeven zy die zaligheid te verkondigen hebben,
zich by-voorkeur naar streken waar de bevolking zachtmoedig is, en dus
geacht worden kan minder dan woeste menschen behoefte te hebben aan
veredeling? In de kleine Minahassa zyn meer zendelingen dan op de groote
eilanden Borneo en Sumatra te-zamen genomen.
20 Waarom ziet men onder die uitbreiders van 't
‘Godsryk’ zelden iemand uit den zoogenaamd-deftigen stand? Nooit
iemand die 'n akademischen graad heeft?
30 Waarom bekeert men my niet?
Ik stel den lezer voor, over deze vragen eens natedenken.