Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 72]
| |
tot z'n geest. Kleur, vorm, beweging, betrekkelyke stilstand zelfs... alles is taal geworden! Juichend wil hy den minnebrief toonen, den eersten die z'n standvastigheid wist aftepersen van 't zoo moeielyk te treffen hart der geliefde... Eerbied voor die onbescheidenheid, gy die slechts in achterbuurten... niet overwint! ...hy wil den lonk dien ze hem ten-geschenke gaf, uitbeitelen in steen. Hy wil dien vereeuwigen op het doek. Hy wil dien vertolken in akkoorden, uitspreken in een der kindertalen waarmee wy menschen ons moeten behelpen... En - zyt ge voldaan, o zeuxis? - stikkend van woede over 't mislukken der baring van de vrucht die ontvangen was en gedragen werd met zóóveel smart, werpt hy... De sponsgeschiedenis is nu afgedaan. Ik hoop daarin een-en-ander gezegd te hebben, dat den bezoekers van muzeën - en ik mag er immers wel by zeggen, ook den lezers van sommige werken? - niet zoo gedurig voor den geest staat. Ik ben te beleefd om te veronderstellen dat ze 't niet wisten. En ook wat er nu volgt, zal wel niet nieuw zyn. De lezer - oplettend als gewoonlyk - zal hebben opgemerkt dat ik onder de elementen van epiciers-haat, 'n paar nummers gal heb overgeslagen. En tevens, dat ik dit met Zeuxische kunst doen moest om ter-zyner-tyd, na 't werpen van myn spons tegen ‘Publiek’ eenigszins geleidelyk terugtekeeren tot normale stemming. J'y suis! |
|