Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij614.Ik noemde in 610 'n dertiental kategorien van plagers op, waaronder alleen de laatste opzettelyk kwaad deed. Laat ons tot de twaalf vorigen terugkeeren, of liever tot 't legioen soorten waarvan zy slechts 'n paar stalen zyn. Ik zei reeds - en moet hierop vaak terugkomen, omdat het 'n waarheid is, die zich gedurig op den voorgrond dringt - de bron van al 't goede is 't hart. Meedeelen, geven, gedachten geven - kostbaar geschenk, naar ik meen! - is: liefhebben. Wat blyft er over van die liefde, als ze zóó wordt vertrapt? Mocht ze niet aanspraak maken op wat zorg... als rammelslag's bloemen? Maar... liefde is oneindig! Dat is ze! Oneindig om gevende te blyven. Niet oneindig evenwel, om voortdurend kracht te verleenen tot geven op goede wys. De redenaar die door z'n toehoorders werd gekrenkt en mishandeld, kan en moet vergeven. Maar deze vergiffenis geeft hem den verloren gloed niet terug, die tot wèlspreken noodig is. Moet niet alle vuur worden gedoofd, elke vlucht neergeslagen, alle geestdrift verlamd, indien de miskende apostel, 'n oogenblik toegevende in de hem overweldigende hartelykheid, op-eenmaal door blik, houding, beweging van z'n hoorders, herinnerd wordt aan rammelslag's vertrapt bloembed en gele jalouzie? |
|