Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 43]
| |
van de fout, welker straf hem reeds in 't vooruitzicht doet sidderen. Zie 'm daar zitten:
- Zouden ze dit ‘mooi’ vinden?
Neen? Dan deugt het voor hén niet.
Ja? Met 'n vloek smyt-i de pen neer, want... dan deugt het niet voor hemzelf.
Dit is erger, niet waar? Erger dan niet te bevallen aan ‘Publiek.’
En... hy moet leven, hy en de zynen. Misschien wachten hem by 't weggaan van de plaats waar-i zoo gaarne waarheid had willen verkondigen zonder acht-slaan op belemmerende byzaken... misschien wachten hem by 't uitgaan, bakker, slachter, huiseigenaar, die 't hunne eischen van den opbrengst dier gevloekte moojigheid! Lezer, ik hoop dat ge van dit alles iets begrypt. Maar ik vrees er voor, want velen uwer staan niet boven hoorders. |
|