Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij578.'t Spreekt vanzelf, dat ik 't woord Natuurkunde heb genomen in den allerwydsten zin. Onze leerlingachtige verdeelwoede heeft van-lieverlede onderscheid gemaakt tusschen de verschillende logiën, die toch, stipt gezegd, allen neerkomen op dit ééne: onderzoek naar den aard der dingen. Sirius gehoorzaamt aan dezelfde wetten als de knikker van het kind. Warmte, barnsteenkracht, aantrekking, alles werkt overal gelyk, overal vinden we 'n familietrek in 't algemeene streven. Ik heb 'n treffende overeenstemming ontdekt, tusschen de zoogenaamde kansrekening - aanschouwelyk voorgesteld - en de koraalvorming. De dwaas die te Wiesbaden verongelukt op 'n serie van rood, had 'n vyand te bestryden van | |
[pagina 26]
| |
gelyke soort, als de schipper die op 'n onlangs geworden klipstoot. De Geschiedenis - niet m'n blauwe boekje met den krul op 't schutblad - de Geschiedenis werkt op dezelfde wys als koralen, poliepen en infuziedieren. Talen en dialekten gehoorzamen aan de noodzakelykheid die de bazis uitmaakt van 't Darwinsche stelsel... de eenvoudigste zaak der wereld, en hierom zoo laat bekend geworden. Steden - ik zeide dit reeds -- kristallizeeren zich als stalaktiten, bevriezende vensterruiten of kandysuiker. Staatsregeeringen houden zich staande door 'n soort van capillaire attraktie. Wie de theorie van de haarbuisjes goed bestudeert - en overigens past in 't lystje van 'n party - is 'n bruikbaar minister van financien. 't Veroveren van 'n vrouwenhart eischt dezelfde gegevens van willen en kunnen, als 't veroveren van 'n werelddeel. Ga naar voetnoot* De botanist zal begrypen hoe zich ons beenstelsel uit kalk vormt, en 'n zoöloog of vetweider zal inzien waarom de uit Brazilie naar Buitenzorg overgeplaatste vanille-orchidée hulp noodig had om peulen voorttebrengen... Voor de honderdste maal: alles is in alles, en wanneer ik als hulpmiddel tot Vrye Studie fysika in 't algemeen aanbeval, verzoek ik - en niet 't minst! - achtteslaan op dàt gedeelte van de natuurkunde, dat onszelf tot onderwerp heeft. Ofschoon 't slechts 'n verzemaker was, die 't gezegd heeft, wáár is 't: the proper study of mankind is man. Deze uitspraak geeft my aanleiding overtegaan tot eenige beschouwingen die 't derde deel van m'n rede zullen uitmaken. We hebben namelyk op menschkundige wys te onderzoeken: welke belemmeringen sommigen individuen by 't vry studeeren in den weg staan. Alweer zal 't me onmogelyk zyn, dit onderwerp volledig te behandelen. De soorten van beletselen, in onszelf gelegen, zyn zoo talryk, dat ik me vergenoegen moet, slechts enkelen daarvan aan te stippen. |