251.
Een professer in de vischkunde was aan 't demonstreeren. De
studenten luisterden... nu ja, zooals studenten luisteren. En dan studenten in
de Ichthyologie!
- De karper, myne heeren, de karper...
Daarop volgde iets over de karper... of den karper, ik heb geen tyd
om 't optezoeken, en wèl beschouwd geloof ik ook dat het er drommels
weinig op aankomt.
- De karper, myne heeren...
En zie, daar kwam een karper - of eene karper - de kollegiekamer
inzwemmen. Hoe 't beest het maakte met de droogte gaat ons niet aan. De arme
studenten hadden daaronder