Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij208.Daar heeft waarlyk, volgens de couranten, te Detmold een geloovige z'n zoon de keel afgesneden... à la bonne heure! Hy had wat hout opgestapeld en was bezig 't lyk daarheen te sleepen, toen... hy 'n ram zag, met de hoornen verward in 't struikgewas, denkt ge? Och neen, er was geen ram. De ‘Heere’ zond 'n paar buren die den man 't lyk afnamen. Die domme buren beweerden dat men z'n kinderen niet mocht verbranden. ‘Hy had den Heere zyn eerstgeborene willen offeren’ zei de man... En, o schande, o vloek, o godvergeten heerelooze brutaliteit van de Detmoldsche policie... dien man hebben ze in arrest genomen! Verbeeld u, Abraham op Moria, gekneveld als 'n misdadiger en voor 'n rechter ter instruktie gebracht! En de Heere laat zoo'n policie maar begaan! Dat kan niet zyn. Ik gis - dat de ram die absent was toen deze man zyn Izaak doodde, eensklaps zal optreden als plaatsvervanger zoodra die geloovige vader door de wereldsche macht zal worden behandeld als moordenaar van z'n kind... Of - ja, zóó is het - als krankzinnige. Maar weer moet ik betuigen zoo'n krankzinnige nader te staan, dan de half-geloovers. Ik beklaag dien man maar ik begryp hem. Ik veracht de ellendelingen die met hun vroom gewawel hem hebben gek gemaakt, zonder - let wel! - ooit hun | |
[pagina 118]
| |
eigen kinderen den hals aftesnyden. Zoodra 'k weer 'n dominee hoor preeken over ‘Aaaabraham, den aaaartsvader, een toooonbeeld voor gelooooovigen’ zal ik zeggen:
Ga vóór, S.V.P! Nà u, als 't je belieft!
Voor weinig tyds is ook te Antwerpen zoo'n abrahamsoffer gebracht. Die aartsvader is nu opgesloten. 't Zal me benieuwen of z'n nageslacht eenmaal zal kunnen worden vergeleken met zeezand. (Vgl. Noot op 1257.) |
|