Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij202.Juist: Minotaurus! 't Is 'n veelslachtig wezen met 'n muil als een statenbybel, en 'n reusachtige breikous tot achterlyf dat uitloopt in 'n borduurnaald. En de naam van 't monster is: hysterie! Het eet meisjes, meisjes, altyd meisjes... En als er 'n Theseus komt die 't leelyk dier op den kop slaat, noemt ge dien Theseus 'n slechte kerel. Ouders die uw kinderen liefhebt, moogt gy de bondgenooten zyn van 't beest? Moogt ge hem z'n buit gereedmaken, toezenden, in de kaken werpen? Of is 't plicht uw dochters te beschermen tegen z'n vraatzucht? Met uw laffe zedelykheids-komedie wil ik niets te maken hebben. Ik zeg u dat ik stryden zal tegen den minotaurus, met of zonder uw hulp. Dat gebiedt me myn zedelykheid! En ik zal overwinnen, dat verzeker ik u! Reken er op dat zeer veel Ariadnes my den leiddraad gaven en geven zullen, om behoorlyk wegtevinden in den doolhof! Ik zàl overwinnen. Want ik zal 't dubbeldier te voorschyn halen uit z'n kronkelgangen, en 't vóórslepen op myn terrein: het Licht! Ik zal het dwingen z'n leugenkop aftewenden waar ik 't myn schild voorhoud: de Waarheid! Ik zal 't laten verdoemen en veroordeelen tot ondergang door 'n beroep op myn kamprechter: het Menschelyke in den mensch! Ik zal 't afmaken met 'n paar slagen van myn zwaard: het Woord! Ouders, die verlekkerd zyt op den zielemoord uwer dochters, | |
[pagina 112]
| |
verbiedt haar myn woorden te hooren... Ouders, die u verlaagt tot slachters en keukenjongens voor de tafel van 'n gedrocht, zegt vry aan uw slachtvee dat ik de draak ben die 't wil verslinden, waarschuwt vry uw kinderen tegen myn invloed... Ik tart u my dien invloed te ontnemen. Ik tart u te bewerken dat uw kroost my schuwe. Ik tart u te beletten dat over tien jaren, en vroeger reeds, myn ideen 't gebouwtjen òmwerpen, dat ge met bebloede hand hebt saamgeknoeid uit de materialen van uw domme godslasterlyke wreede zedelykheids-begrippen. Ga naar margenoot# Ga naar margenoot# |
|