151.
Komaan, meneer A, B of C, wees oprecht, vindt ge 't voor 'n
Schepper, voor de Natuur, voor wien ook die... de goedheid had u in 't leven te
roepen, wel de moeite waard u eeuwig te bewaren? Hebt gyzelf niet weleens wat
gemaakt dat u naderhand verveelde, dat u in den weg stond, dat 'n plaats innam
die gebruikt kon worden voor wat beters?