142.
Een kind dat in 't vertrouwen op vaders waarheidsliefde geloof-slaat
aan fabelen, kan beminnelyk wezen in z'n dwaling. Maar de opgeschoten jongen
die 'n jas draagt als papa... die rookt, drinkt, vloekt als papa... die latyn
verstaat, en meespreekt over fysika als papa... die by dat alles bang is voor
weerwolf en bietebauw... zoo'n lummel is onverdragelyk!