[augustus 1886
Brief van mevr. Y. Braunius-Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau]
augustus 1886
Brief van mevr. Y. Braunius-Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, geheel (wijd) beschreven. (M.M.)
Lieve Line!
Gratulez nousGa naar eind1.! Gister morgen hebben OB en ik een rytuig genomen en allerlei boodschappen gedaan. Onder anderen waren we ook 10 minuten op het stadshuis en ‘zwoeren elkander eeuwige trouw’. Bah bah Goddank dat alles achter den rug is. LeukerGa naar eind2. trouwparty dan de onze is er zeker nooit geschied. De beambten wisten klaarblykelyk niet wat ze van zoo'n paar vreemde snoeshanen moesten maken die daar zoo, geheel alleen, in hun daagsche pakje kwamen aanpantelen. Nu we zyn hartelyk blij dat die comedie afgespeeld is. blyer nog haast dat die tropische hitte plaats heeft gemaakt voor frisscher weer. 't Was voor sommigen byna niet meer uittehouden. O, lieve Line ik bedank je nog eens recht hartlyk voor al je bemoeiingen en het bezorgen der zeep. Myn pakje is er mooi door opgefrischt al liet het er ook eenige tintjes bij. Uit Ingelheim steeds goede berichten. Of 't nu toch nog lukken zal? Ik bedoel of Dek toch nog aan 't werk zal komen? Myn hoop er op is grooter dan ze in jaren was, maar maar. De bezoeken schijnen daar nu afgeloopen. Mies geeft nog haar hoop op n' retour hier te komen niet geheel op, maar als 't met Dek's plannen lukt, zal haar plan zeker mislukken. Nu de teleurstelling had ik er graag voor over.