Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[januari 1882
| |
[pagina 195]
| |
Zondag avond Je hebt my toch geschreven een brief? Nu moet ik je toch zeggen wat ik het mooiste vind, dat zal ik nu ook doen. Lieve m'nheer, lieve mevrouw, hoeveel kinderen heeft u wel? Dan moet u wel veel boeken hebben en wel veel geld betalen. Het eekhorentje en de geschiedenis van de poes en de aap Mats en Haantje en Hennetje vind ik allemaal 't mooist. Er is nog iets dat ik heel mooi vind, weetje wat dat is? Het jonge muisje! Wy hadden toch een klein hondje? En dat rook wel eens leelyk, en toen had Mama het de kamer uitgezet en 's avonds toen waren er mannen die op een vos jaagden en die hebben onzen armen kleinen Joli doodgeschoten. Papa was er heel boos over. Heb jelui ook zoo'n aardig klein hondje als waarvan ik je nu vertel? Het zou heel aardig zyn. Vandaag hebben we ons Jolitje naar Ober ingelheim gebracht, dat is weer een andere stad, en van zyn velletje kryg ik een hoesje voor myn bed. Mynheer, ik dank u wel voor het mooie boekje! Pietje moet er my uit voorlezen gaan, daarvoor heeft ze ook een kindje. Dat is mama, (pietje) Van Wouter
Waarde neef Engel! Hiernevens een brief van onzen zoon zooals die hem uit den mond is gevloeid. Maar je hadt de verrukking moeten zien die over zyn gezichtje vloog toen op zekeren avond by den thee uw pakje aankwam: ‘voor wouter!’ Dat was zeker de schoonste belooning geweest voor uw vriendelykheid. Hoe lief aan hem te denken! En wat is het een beeldig boekje, met zoo keurige plaatjes en zooveel over beesten, en alleen by uitzondering een woordje over ‘god’ dat dan altyd zoo lastig is om wegtemoffelen. Hoe speet het ons te hooren dat gy beiden over uwe gezondhedens te klagen hebt. Dat is wel treurig. En het is toch ook niet aantenemen dat een strenge winter nu juist zoo gunstig zou zyn! Maar misschien verlangt ge naar sneeuw en ys uit oude herinneringen. Jammer dat ge de twee voorgaande winters niet hier waart. Beide keeren is de ryn wekenlang dicht geweest, wat daarvóór in geen 15 jaar geschied was. Wy zyn heel bly met den matigen kou daar ons kachelsysteem hier in dit huis nog niet in | |
[pagina 196]
| |
orde is. Dek's kamer is gelukkig heel goed te verwarmen, en gewoonlyk laat hy de deuren nr myn kamer open, en 's avonds na 8 als Wou te bed is, blyven we boven zitten, wat ik dan veel gezelliger vind dan de groote benedenkamer. Het thermometertje op myn schryftafel wyst nu 15 gr Réaum dat is dus 66 fahrenheit, wat ik heel goed vind. Dek heeft het in zyn kamer soms 18, 19 R! - Wy zyn gezond. De kleine man zoo bloeiend en levenslustig mogelyk, dek in den laatsten tyd erg zenuwachtig ook veroorzaakt door den dwang nu copy te leveren, want dat heeft hy op zich genomen, dat moet, en - enfin ge zult wel iets van de moeilykheden en nooden begrypen daar ge zyn ideen gelezen hebt. - Het is pynlyk om aan te zien. O neen, ge moet ons niet beklagen dat we hier zoo eenzaam wonen. Nu is ook Marie niet meer by ons maar de dagen vliegen om, en zyn altyd te kort voor wat ik my had voorgenomen te doen. Ook Wou kent geen verveling. Van avond had hy visite van kinderen uit 't dorp. We hebben de tooverlantaarn vertoond en daarna gedanst, maar dat is natuurlyk een uitzondering, gewoonlyk is hy alleen met ons. We hebben dan de beesten te verzorgen en hy hakt hout met philip, en we hebben ons leesuurtje en vertellingen en boekjes en de meid zingt hem voor, maar helaas ik kan niet zingen, en by de thee speelt hy dan met papa - en ook de dagen vliegen om en in een oogwenk is 't weer zomer en ook de winters zyn hier heel goed. Hartelyk dank dat ge AlbertGa naar eind3. zoo hartelyk ontvangen hebt als hy ons schreef. Hy is zoo'n beste jongen! Jammer dat i zoo'n beetje zwaartillend is en dat z'n gezondheid te wenschen overlaat! En nu wil ik vragen of Dek hier wat by te voegen heeft. Lieve Doortje, ik denk nog met genoegen aan de daagjes van onze kennismaking. Wat was het die dagen koud de heele winter is nog niet zoo guur geweest als die herfstdagen, en thuis blyven was de boodschap. Als je weerkomt hoop ik we 't beter zullen treffen wat het weer aangaat en dat ge beiden u dan gezond en sterk zult voelen. Want o wat is het tegendeel verdrietig! Ik zie altyd zoo hoog op tegen wie by onwelzyn de moed niet verliest, en alle kleine plichten getrouw blyft vervullen! En nu wees beiden heel hartelyk gegroet. Van Uw liefh. Mimi DD maandagavond | |
[pagina 197]
| |
dinsdag middag beste Engel & Doortje, ja kinderen Wou was heel bly met z'n boekje. Zoo-even ‘by de koffi’ plaagde hy Mimi weer om er hem uit voortelezen, en ook gistravend werd het voor den dag gehaald toen hy kindervisite had. Maar... kinderen zyn kleine menschen en dus 'n zonderling goedje. Ik beweer dat zoo'n geschenk hoofdzakelyk waarde heeft als pretext om 'n ‘groot mensch’ aan't lyntje te krygen. Zeker zyn niet alle kinderen gelyk, maar de zucht om gezag en invloed uittebreiden speelt de hoofdrol. Hy noemt U beiden trouw: Mnheer en Mevr DouwesDekker. Met veel genoegen zou ik u 'n langen brief schryven. Stof ontbreekt nooit in de ryke natuur. Maar ik moet me inhouden omdat ik verbonden ben voor de pers. Niet voor m'n pleizier. Want alle publiekerigheid is my stuitend. Hebt ge in 't Handelsblad van 25 Decr 't stuk van den heer Perelaer opgemerkt? (Wacht, ik zal U 'n Sneeker Court zenden, die 't overgenomen heeft.) Ik vind dat het eindelyk tyd wordt de Havelaarszaak aftedoen. De toestand in Indie is treurig. Hiermede bedoel ik nu niet alleen de armoed etc. Dat zyn verschynselen die van voorbygaanden aard konden wezen, wanneer er niet organieke fouten bestonden die op den duur dergelyke verschynselen in 't leven zullen roepen. Het gezag is ondermynd. De oorzaak ligt in wanbestuur. Hiermee bedoel ik volstrekt niet: verkeerde daden van dezen of genen G.G. of minister. Dááraan ontbreekt het niet, maar ook fouten van die soort zyn slechts uitvloeisels van den bedorven staatk. toestand. Al stuurde ons L.H. een van z'n engelen naar Buitenzorg, al gaf-i de portefe v. Kolonien aan Gabriel of Michael of Azael of wien ook van de hemelsche Bismarcken, met onze grondwet van 48, met de daarby in 't leven geroepen allemans's bemoeiers (verbrokkeld, nogal!)Ga naar eind1. is 'n behoorlyk bestuur van Insulinde 'n onmogelykheid! De boel gaat naar de maan en de geschiedschryver zal Nederland hebben toeteroepen: tu l'as voulu, George Dandin!Ga naar eind2. Dag beste menschen, hartelyk gegroet van Dek ik reken er vast op dat jelui dezen zomer hier den boel komen opschrikken. Hoe drukker en roeriger hoe liever. Hooren en zien moet me vergaan. Dat's gezond voor me. |