Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[2 maart 1877
| |
[pagina 143]
| |
ik troost me met de gedachte: beter géén, dan 'n échec! De Hollanders, die alles uit het buitenland slikken zyn zeer lastig voor oorspronkelyke stukken. Honderdmaal verbeeldde ik my 'n oogenblik lang, den toon gevat te hebben (niet die bevallen zou, maar die me goed voorkwam) en telkens brak m'n stemming af. Doe me toch 't pleizier en lees eens Alberdingk Thym's beoordeeling in de Dietsche Warande, en leg U de vraag voor of men niet moedeloos moet worden? Neen, dit is onjuist gezegd. Moedeloos mag men zich niet laten maken en dit is ook by my 't geval niet, maar dat zulke stukken de inspiratie verstikken, is waar en natuurlyk! (....) De dagelyksche ergernis over miskenning door zwygen, waar men my had moeten noemen, ontstemt me veel meer. Overal schynt het wachtwoord gegeven, my dood te zwygen. Dit lukt wel niet, maar 't streven zelf is me pynlyk, omdat het besef daarvan my den zachten liefelyken indruk bederft, die eigenlyk de hoofdbron van talent is. Boosheid, afkeer, ergernis vernietigen alle vlucht. (....) |