Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdIn memoriamDe 20ste jl. bracht ons de treurmare: ‘Multatuli’ is plotseling op bijna 67-jarigen leeftijd te Nieder-Ingelheim overleden.’ In den vreemde blies hij den laatsten adem uit, in den vreemde waar hij rust zocht voor zijn vermoeid lichaam, rust voor de vele | |
[pagina 144]
| |
inspanning die 's levens strijd van hem geëischt had. Sluimer zacht, geliefde doode! na zooveel wederwaardigheden, na zooveel opofferingen, na zooveel leed, na zooveel miskenning. Uw naam staat opgeschreven in het boek der eeuwen. Uw geest was te groot, uw blik te ruim, uw opmerkingsgave te onbeperkt, uw hart te rein, uw streven te edel om algemeen begrepen te worden in eene eeuw, waarin twist over den vorm, bijna allen beschikbaren tijd in beslag neemt. Het zaad, door U uitgestrooid, zal evenwel niet verstikken. Reeds hier en daar is het in vruchtbaren bodem gevallen. Het nageslacht zal de halmen in vollen bloei zien staan en in ruime mate oogsten van de velden, door U met zoo kwistige hand ontgonnen. In mijne verbeelding zie ik hem als jongeling het leven intreden, in het volle besef van zijne krachten. Hij gevoelt, dat hij geroepen is, om iets grootsch te verrichten en, in het kinderlijk geloof aan menschenliefde en menschenwaarde, werpt hij zich te midden van 's levens strijd. In de Oost vindt hij een ruim veld, om zijne krachten te meten. Hij wil zich wijden aan het welzijn van den Javaan. Hem te ontwikkelen, hem te beschaven, hem een menschwaardig bestaan te verzekeren is het uitgangspunt van al zijn doen en laten. Reeds spoedig bespeurt hij, dat onder die donkere huid een gemoed huisvest, dat vatbaar is voor de zachtere indrukken van het leven... Maar waartoe meer. De Max Havelaar is daar, als sprekende getuige van zijn onbaatzuchtig streven, maar tevens als boodschapper van jaren vol teleurstelling en strijd. Multatuli kon het Schiller nazingen: Al de Idealen zijn verdwenen,
Waarin mijn ziele heeft gebaad!
Waar zijn die wezens mijner droomen,
Waaraan mijn eenvoud heeft geloofd?
Helaas, de wereld is gekomen,
En heeft mijn hemel weggeroofd!Ga naar eind1.
Voor het oogenblik ligt het niet in mijne bedoeling eene opsomming te geven van al de onrechtmatigheden en martelingen hem destijds aangedaan. | |
[pagina 145]
| |
Voor Multatuli moge het een bitteren tijd geweest zijn, voor zijne naar zelfstandige ontwikkeling zoekende tijdgenooten en voor het nageslacht is zijn strijd en lijden een zegen geweest. Ware hem recht geschied, wie weet of zijn arbeidsveld niet elders had gelegen en of we ons ooit hadden gelaafd aan den rijkdom van zijne ideeën. Zijne ideeën. O boeken, vol levenswijsheid en levenskracht. Hoe blijkt uit den inhoud, dat de teleurstellingen en bitterheden van het leven, den mensch vormen en adelen en hem hebben gestempeld tot voorganger en profeet. De rijkdom van gedachten, de wiskunstige ontcijfering van het groote doel des levens in zijne volle waarde en volle reinheid, stroomt ons uit zijne werken te gemoet.
Het was in 1881 toen ik hem voor 't laatst ontmoette. Zijn beweeglijk, scherpzinnig gelaat, dat de onuitwisbre sporen droeg van veel leed en inspanning, lachtte mij vriendelijk tegen. ‘En wanneer zie ik u weêr’, vroeg ik bij zijn heengaan? ‘Ik weet het niet’ gaf hij mij ten antwoord. ‘Ik gevoel, dat ik ouder word; de geest wil niet zoo vlot meer vooruit. Maar dat beloof ik, treed ik in het volgende jaar weer voor het publiek op, te Z.... kom ik zeker, daar kunt ge op rekenen’.Ga naar eind2. De man was dankbaar, omdat we hem zoo eenvoudig en vriendelijk hadden ontvangen. Hij was in dat opzicht niet verwend; zijne tijdgenooten hadden hem dan ook werkelijk niet vertroeteld. Eens dacht ik: nu zal men den grooten denker openlijk een ondubbelzinnig bewijs geven van gehechtheid aan zijn persoon en waardeering van zijn streven. Het was in het jaar 1882. ‘Laat eene daad van nationale dankbaarheid den levensavond van Multatuli verhelderen. Tot dat doel komen wij uwe medewerking vragen. Allen die achting gevoelen voor Havelaar's pogen, die “Multatuli” huldigen als den voorstander van geestesvrijheid of dankbaar den dichter gedenken, noodigen wij uit daarvan blijk te geven’ zoo klonk het uit den mond van velen en 71 personen (mannen wier namen een goeden klank hebben in den lande) onderteekenden eene circulaire, die onder anderen de zinsnede inhield hierboven gemeld. De gele nijd, de gekwetste ijdelheid gunde hem ook dit blijk van sympathie ternauwernood. Men leze daarover het Handelsblad uit die dagen. | |
[pagina 146]
| |
Nogmaals sluimer zacht, geliefde doode! In gedachten leg ik een krans neder op uw graf. Uwe vijanden zullen u niet meer deren. Aan uwe vrienden de taak om voort te werken op de onverwrikbare grondslagen door u gelegd. Aan de jongeren de taak, het gebouw door u ontworpen, te voltooien. S. |