[31 december 1886
Herinnering van Mimi aan Oudejaarsdag 1886]
31 december 1886
Herinnering van Mimi aan Oudejaarsdag 1886. (W.B. I, blz. 3-5).
Ik zie hem nog hoe hy den laatsten Nieuwjaarsdag die hy beleefde te gemoet ging. Wy zaten met ons vieren in onze gezellige huishoudkamer om de tafel, hy in een makkelyken stoel, het dichtst aan de kachel, een duitschen gemetselden ‘Ofen,’ met de voeten op de porceleinen tichels. Andere jaren had hy alleen ter wille van zyn omgeving deze overgangen van Oud in Nieuw opgemerkt, maar ditmaal was hy in de stemming, die hy den zevenden Januari daarop in een nooit voltooiden brief beschreef:
‘Al zy dan de Nieuwjaarsdag, wel bezien, 'n dag als 'n ander, men kan zich niet ontdoen van den eigenaardigen indruk weer 'n mylpaal gepasseerd te hebben, met de bygedachte: zou dit nu de laatste zyn? Natuurlyk treedt dit denkbeeld meer op den voorgrond naarmate men ouder is, en eigenlyk heeft 'n 67-jarige zulk een herinnering niet noodig. Dit is dan ook by my 't geval niet. Ik denk zeer veel aan den dood, en - wat de zaak zelf betreft - zonder afkeer!’