een ander weten op te schommelen, die voor mij zou gaan zitten. Hoe deze zaak nu geschikt zal worden in overleg met myn advokaat, weet ik nog niet. Schryft gy of Dekker hem, gerust kunt gy gebruik maken van hetgeen ge van my hebt gehoord.
Gy zyt zeer goed in uw oordeel te mijwaart, maar waarom zou ik te goed zyn om het lot te deelen wat zoovelen vóór my trof. Toen ik den reuzenstryd aanvaardde, toen wist ik wat my wachtte. Sints jaren sta ik met den eenen voet in de gevangenis, maar nooit liet ik my daardoor afschrikken. Somwylen gevoel ik dat ik toch nog banden heb die my aan 't leven verbinden maar somwylen ook heb ik geheel afgerekend met het leven, zoodat niets my te zwaar zou vallen. Moet ik zitten, ik ben taai genoeg om het uit te houden en ongebroken van kracht zal ik eruit komen, tenzy men mij - en men is tot alles in staat - door langzaam werkend vergif ondermijnt. Dat moet ik erop wagen. Enfin, zy die voorgaan, moeten toonen dat zij ook weten te deelen het harde leven, dat is weggelegd aan de groote massa. Uw uitdrukking dat ik te fyn besnaard ben voor grove aanrakingen is goedgekozen. Ik geloof dat dat alleen de reden is waarom ik voor en met de lydenden werk. Maar juist daarom moet ik toonen bestand te zyn ook daartegen. Ons lot is een lydenslot en hoe meer wy gehard zyn, hoe beter wy de taak zullen kunnen volbrengen, die ons wacht. Ik weet te goed wat lyden is, dan dat ik niet zou weten mede te lyden met anderen. Eén ding hoop ik dat ik steeds sterk genoeg moge zyn om trouw te blyven trots alles.
Hoe gaarne had ik in u beiden medestryders gevonden voor de groote zaak, maar zonder den moed op te geven toch twyfel ik eraan of Dekker wel ooit aan onze zyde zal staan en het afgezonderd leven buiten den maalstroom van het dagelyksche leven is niet gunstig om hem in de beweging te brengen. Ik zend u eenige geschriften, opdat gy het vraagstuk zelve kunt nagaan en met Dekker erover spreken. Het zyn meestal boekjes van mij, maar buiten dat is er in onze taal niet veel. Gaarne zal ik later eens van u hooren hoe gy en hoe Dekker erover oordeelt. Ik schreef nog steeds als en omdat ik wat te zeggen had en nooit om te schrijven. Ik ben geen letterkundige maar gebruik de pen als een der machtigste strydmiddelen om onkunde en vooroordeel te bevechten. Omtrent de ‘mooivindery’ deel ik volkomen het oordeel van D.