[16 augustus 1886
Brief van P.H. Ritter aan Multatuli]
16 augustus 1886
Brief van P.H. Ritter aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4(½) beschreven. (M.M.)
U, 16 VIII 86
Hooggeachte Heer! Zooeven ontvang ik inl briefk. - Is dat geen vergissing? Met zwart wordt door U gespeeld.
Ik gis, dat Ge bedoelt
d7 - d5.
Is mijn gissing juist, dan is de gang van het spel deze:
1.) | e2 - e4 ... e7 - e5 |
2.) | Sg1 - h3 ... d7 - d5 |
en bied ik U thans aan
Is mijn gissing valsch, dan wacht ik inlichting. - t Is de eerste maal dat ik op deze wijze schaak. - t Gaf me reeds een paar halve uren genot.-
Wat vallen op deze wijze bord en stukken weg en wordt de zaak teruggebracht tot een gedachten krijg. - Ik begrijp nu dat een musicus 1en rang evenveel, ja meer genot heeft als hij op zijn kamer eene partituur leest, dan wanneer hij haar hoort uitvoeren. - Stukken en bord staan tot de schaakgedachten = de lijn op het bord: de waarachtige meetkundige lijn.-
Vol verlangen naar uw brief.
Uw
R.