Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 570]
| |
N.I. 24 febr. '86
Beste Zürcher! De kist is er. Wat 'n schat! Gisteravend heb ik me tot lang na 12 vermaakt met 'n slechts gedeeltelyke en nog oppervlakkige inspectie, en zeker zou ik er op dit oogenblik weer mee bezig zyn als niet Wouters Lehrer my de huiskamer ‘verleideteGa naar eind1.’. Straks als de man weg is ga ik weer aan den gang. Wat 'n massa! En toch - als ik de discretie ten uwen opzichte 'n oogenblik terzy zet - niets te veel! Ik ben gourmetGa naar eind2. in oude boeken, en geniet van 't overvloedige als van iets noodigs. Nog eens, ik heb by lange na nog niet alles goed gezien. Verbeelje iets toevalligs. Gistermorgen in Bilderdyks ‘Gesch. des Vaderlands’ een verwyzing van TydemanGa naar eind3. naar ‘De JongeGa naar eind4., Geschiedenis van 't Ned. zeewezen’ lezende, dacht ik, wat zou ik graag dat werk hebben! En zie, dat is er by! Ge kunt er op aan dat ik daarvan geen letter ongelezen laat, vooral ook om m'n zeer tranchantGa naar eind5. ongunstige meening over marine zaken. Ja, nòg ongunstiger is die opinie dan m'n beoordeeling van vechthistories over 't algemeen. Hoe dit zy, De Jonge is 'n kostbaar werk, voor zoover ik 't beoordeel naar de aanhalingen die ik er uit las. En m'n lieve goeie sentimenteele, en toch dikwyls ferme, ouwerwetsche, en toch zoo vaak meer dan modern-liberale, LafontaineGa naar eind6.? Ik had die boeken wel 'n zoen willen geven. Maar wat is één zoen voor zooveel banden! En de plaatjes! Ja, er zyn van ChodowieckyGa naar eind7. by, en onder de ‘Leistungen’Ga naar eind8. van anderen zyn de meesten uit zyn school, en dáárom is 't my te doen. Ge zegt zoo beteekenis-vol: ‘de door u zoo gewaardeerde Chodowiecky.’ Eilieve, 't is me niet te doen om den artist als zoodanig. Neen, maar ik ben zoo bevriend met z'n Amaliaas, Emiliaas, Juliaas en de rest. En met z'n tuin- park- en boschpartytjes waarin de held die aa's om den hals valt. En met z'n rechtlynige tafeltjes, ledikantjes en venstertjes die de huiselyke tafreeltjes omgeven. Om nu niet te spreken van de ‘steken’ zyner door en door biedereGa naar eind9. majoors! Ik ben nu in staat u 'n ‘steek’ te laten zien... kyk! Et dire dat ik zoo'n meubel in 1833-34 met verrukking aanschouwde! Maar de velerlei aa's vind ik nog lief, en de monstersteek die zoo byzonder erg gek is, is niet van Chodowiecky. Er zyn van velerlei merk, ook hollandsche waaronder goede, redelyke en bespottelyke. | |
[pagina 571]
| |
En StedmanGa naar eind10. over Suriname! Ook dat werk (dikwyls aangehaald) had ik lang gewenscht te bezitten. M'n vader noemde het dikwyls, en bladerende vond ik reeds daarin 'n paar passages die ik me herinner hem te hebben hooren vertellen. Hy nl. was in de west geweest toen Stedman's naam of boek daar nog populair was. Het lykt nu wel of Göthe's gezegde: Was man sich in der Jugend wünscht, hat man im Alter die FülleGa naar eind11. - 'n mal praatje overigens, en dat eerst recht onbegrypelyk wordt als men de van hem gevorderde opheldering leest! - op my nu eenigszins van toepassing kan gemaakt worden. Nooit byv. had ik gedacht zooveel Lafontaine's te bezitten. Tot m'n innige schaamte zie ik dat er titels onder zyn die ik niet kende. Ik heb alzoo 66 jaren geleefd zonder alles van m'n ouden vriend gelezen te hebben. Dat is lang. En te denken dat er nog meer werken van hem zyn die den weg niet wisten te vinden naar Bom's verkoopingGa naar eind12.... daarvoor zyn geen woorden. Maar ik wil niet sterven voor ik zeker ben al zyn Juliaas in my te hebben opgenomen, voor ik my verdiept heb in àl z'n ledikantjes, prieeltjes en zielstoestanden... neen, de bedsteedjes en boschjes zyn van de teekenaars. Nu ook die! ‘FusainGa naar eind13.’ 'n woord dat ik niet kende heb ik in Littré opgezocht en gevonden. By die gelegenheid viel m'n oog op de afleiding van 't latynsch praeteritum fui dat hy (ik denk ten rechte) verklaart uit het grieksch en sanskrit. Hy had dus wel notie van andere etymologie dan byv. dat dieu in 't spaansch dios is. Bilderdyk spreekt van menisoen en zegt: dit was waarschynlyk de kwaal die wy loop, roode loop noemen. (Waarom hy dit gist, laat-i raden.) En dan geeft hy als afleiding: 't komt van μην = mensisGa naar eind14.. Hierover later als Büttner weg is. Het deel van Bilderdyk is beneden. Büttner is weg, nu schei ik uit, dat begryp je. Ik ga naar m'n kist! Hartelyk gegroet. Dek. |
|