Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[3 oktober 1885
| |
[pagina 432]
| |
woorden. Ik begryp natuurlyk hoe Ge aan de kennis kwaamt dat ik wat in 't nauw zit. En wáár is het, al zyn de omstandigheden geheel anders dan ik meermalenGa naar eind1. beleefd heb. Van ‘gebrek lyden’ is sedert jaren reeds geen kwestie. (Dat was vroeger wèl nu en dan 't geval, o ja!) Maar hoe eenvoudig ook onze levenswys hier is wat de dagelyksche verteering aangaat, toch zitten we in zekere opzichten op betrekkelyk hooge lasten, en telkens moet ik angstvallig berekenen hoe 't aanteleggen om rond te komen. Dit loopt in 't armzalig philisterhafteGa naar eind2., wat de pest is voor m'n gemoed. Onlangs bedankte ik voor twee lidmaatschappen (‘Vereeniging tegen Kwakzalvery’ en ‘Ned. Schaakbond’.) en ik was er dagen lang zenuwachtig van. Toevallig hechtte ik aan die beide dingen volstrekt niet, en juist daarom kunnen ze my dienen als voorbeeld van den indruk dien zulke bourgeoise spaarzaamheden op me maken. Ik schaamde my over de soort van m'n preoccupaties. Vol van belangstelling in de brandende vragen van den dag, begeerig daarop invloed uitteoefenen, meenende op dat terrein nuttig te kunnen zyn (al ware het slechts door de onbruikbaarheid van aangeprezen arcanaGa naar eind3. te bewyzen. By gebrek aan genezen, is 't reeds ièts den patient aftehouden van stellig-verkeerde middelen!) ...nu my bewegende op geheel ander terrein, maakt het besef van de dingetjes waarmede ik my bezig houden moest, my bitter. En ook zonder te spreken van 't subjektief effect, ook feitelyk is 't lastig dat ik me niet roeren kan. Telkens byv. komt het voor dat ik 'n boek of werk dat ik gaarne zou willen lezen, niet bestellen kan. Dezer dagen las ik in 't ‘Nieuws’ (de courant die Funke me zendt) n verslag der inaugureele redenering van professor Quack.Ga naar eind4. M'n oordeel over dat stuk was hoogst ongunstig. ('t Schreeuwt om uitgekleed te worden!) Maar... wie zegt me of niet de schuld ligt aan den resument?Ga naar eind5. ‘In den Gids’ zegt hy, ‘zal 't stuk in z'n geheel worden opgenomen.’ Alzoo... inteekenen op den Gids? of... dat eene no bestellen? (ik weet niet of zy 'n apart no geven) noch 't een, noch 't ander kan ik doen of liever, dàt zou ik wèl kunnen doen, o ja, maar zoo iets komt byna dagelyks voor en als algemeen principe heb ik wel moeten besluiten nooit iets te bestellen. Daarin is iets benauwends. Een ander voorbeeld. De heg om ons erf is verrot, en valt stuksgewys om. Met kunst- en vliegwerk moet het ding | |
[pagina 433]
| |
telkens weer opgezet worden. Ik houd me groot door te zeggen dat ik van plan ben 'n volgend jaar 'n yzeren hek te zullen laten zetten. Maar... dat zei ik verleden jaar ook al - bah! Van dien aard slechts is m'n gêneGa naar eind6. beste van den Bosch, en nu zou 't me zoo vreesselyk grieven als ge in den waan verkeerdet dat ik in letterlyken zin in nood verkeerde. Nog eens: dit is jaren geleden meermalen 't geval geweest, maar nu niet! En daar gy zelf ‘op zware lasten’ zit zooals ik uit uw mededeelingen mag opmaken, mag ik niet toelaten dat ge U m'n toestand erger voorstelt dan hy is, of u vergist in de soort van m'n gêne. Als ik er toe besluiten moet deze lieve woning te verlaten - neen, zoo is't niet. Dit hangt niet af van 'n ‘besluit.’ Ik kàn niet weg, daar 't verkoopen moeielyk wezen zou. Er zyn zeer weinig gegadigden voor zoo'n afgelegen woning. En waarheen? Naar 'n stads achterbuurt? Iets beters kan ik met de beschikbare middelen niet beanspruchenGa naar eind7.. Dáártegen zie ik vreesselyk op, en eigenlyk ben ik bly dàt ik niet weg kàn. - Morgen schryf ik U meer, ook vooral over uw zoon. Nu word ik gestoord, maar ik durf u niet langer te laten wachten. Hartelyk gegroet beste v.d. Bosch! Uw liefh DD |
|