Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[1 juli 1885
| |
[pagina 392]
| |
beteekenen: onclericaal, niet-katholiek - zekeren Dr de Boer (?) tot kandidaat heeft gesteld. Misschien hebt gy bedankt. Dit is dan ook maar beter als men toch berekenen kan 't onderspit te delven tegen de allerheiligste Geloovery. Ik hoop hartelyk dat Henriette zich goed houde. Maar 't huwelyk is 'n gevaarlyke proef. Men moet zéér vast in z'n schoenen staan om niet te bezwyken onder 't proza van 't dagelyksch leven, en vooral is dit het geval waar humeur, levensopvatting en karakter reeds vóór 't huwelyk te wenschen overlieten. Ik mag niet veronderstellen dat dit by uw Henriette 'tgeval was (daartoe toch had ik te weinig gegevens) maar 't komt me toch twyfelachtig voor of 'n echtgenoot haar zal kunnen voldoen nadat het haren vader die goed en beminnelyk was, niet gelukte haar gemoed tot zich te trekken. De taak van een ‘mari’Ga naar eind2. is ongelyk veel zwaarder. Wat dan ook den rôle van 'n minnaar zoo makkelyk ‘beau’ maakt. Ik verwonder me altyd over de gemakkelykheid waarmeê men huwelyken sluit. Het jawoord wordt in 99 van de 100 gevallen veel te lichtzinnig gegeven. Gewoonlyk let men daarby slechts op de persoonlykheid en de omstandigheden van den kandidaat, en niet op de vraag: of men zelf in staat wezen zal den keten te dragen dien men zich aanlegt? Ook niet of men den ander 't geluk zal kunnen verschaffen dat men van hèm verwacht en vordert? Ik blyf er by de maatschappelyke instelling van 't huwelyk 'n noodzakelyk kwaad te noemen, en weet niet welk van die twee woorden 't dikst onderstreept behoorenGa naar eind3. te zyn. Allebeî even dik dan, en héél dik!- Met droefheid vernam ik uw mededeeling omtrent den gezondheidstoestand van Uw zoon. En weer naar Davos? Och, zoo treurig! Heden ochtend las ik in de Courant 'n advertentie die me treurig stemde. ‘Men’ - er zyn veel onnoozele ‘men’'s! - bood... Honderd gulden belooning voor 'n goed middel tegen de longziekte! Honderd gulden! Ik stel me voor dat dit van 'n arme familie is die haar spaarduitjes tesamen heeft gelegd om 'n bemind kind, 'n onmisbare vader of moeder te behouden! Is er niet iets komiek-treurigs in de meening dat 'n offer van 100 gl. voldoende zou kunnen zyn om zoo'n boosaardige vyand als de longtering te overwinnen? Ik weet niet of phthysisGa naar eind4. (zooals 'n verhandelaar van 't vuur en den | |
[pagina 393]
| |
dood zei) reeds by de ouden bekend was. Ik meen van niet. Wie deze veronderstelling vreemd vindt bedenke dat ook verkoudheid 'n betrekkelyk moderne kwaal is. Welnu, ik schryf de tering toe (d.i. 't komt me niet onmogelyk voor dat het zoo is) aan: de geneeskunst, evenals de thans ontelbare vyanden van den landbouw in de gedaante van bacterien, bacillen, zwammen, pilzen &c &c uitvloeisels kunnen zyn van de z.g.n. wetenschappelyke bemestingsmethoden. Wat wy vooruitgang noemen is gewoonlyk slechts verplaatsing van ongerief. Wie dan de leegte ziet van 'n door kwalen verlaten plaats roemt ‘de wetenschap’. Wie 't oog slaat op de ellendige verschynselen die zich elders opdoen, wordt pessimist. En wie 't een èn 't ander in 't oog houdt, betreurt dat 't saldoGa naar eind5. van al ons gewurm 'n soort van stilstand is die... de kosten van de levensmoeite niet dekt.- Heeft uw zoon middelen gebruikt die rechtstreeks op de longen werken? In 't midden latende of tubercles veroorzaakt worden door diertjes of zwammen, stel ik me toch weinig heil voor van artsenyen die langs de verteringsweg in 't bloed moeten worden opgenomen. Me dunkt dat is 'n myl op zeven. Als de oorzaak der kwaal in 't bloed zat moest die fout zich ook op àndere deelen dan juist de longen openbaren. Dat longontsteking nadeelig op 't bloed werkt (het omgekeerde dus) laat zich begrypen daar de longen zoo'n werkzaam aandeel hebben in de bloedvorming. De verwarring van oorzaak en gevolg ligt voor de hand. Van 't inademen van antiseptische middelen stel ik me méér voor dan geslikte medicynen. 't Zou de eerste maal niet zyn dat medici long en slokdarm verwarren! Dit is 'n feit. Eens vroeg ik 'n dokter die wyn voorschreef ‘ter versterking’ hoe dit middel werkte?’ (Ik weet wel dat hy in de war was met tydelyke opwekking die soms - byv. by kraamvrouwen, by sommige amputatien - kan te-pas komen) Ik vroeg welke deelen van den wyn in spier overgingen?’ Z'n antwoord was hakkelend, en er bleek me dat-i er nooit over had nagedacht. 't Stond zeker zóó in z'n boekje. Maar eilieve, nu zou ik gaarne eens onderricht willen ontvangen hoe helsche steen, viā maag, nieren, bloed, tuberkels in de longen kan genezen? (Let wel dat de caustieke werking niet voortduurt.) Ah, kon men de tuberkels zèlf branden, dàt zou wat anders zyn! Aan de heilzaamheid van 't luchtgestel te Davos geloof ik niet. | |
[pagina 394]
| |
Wanneer daar de lucht (betrekkelyk) bakterienvry is, zou dit 'n oorzaakGa naar eind6. zyn om er gezond te blyven, maar dat reine lucht 'n gif voor die wezentjes wezen zou, kan ik niet aannemen. Ik acht dit even ongerymd als dat iemand die door ongedierte was aangetast daarvan zou verlost worden als hy ging slapen in 'n rein bed.- Door allerlei oorzaken ben ik verdrietig gestemd. Een lang lystje van onaangename dingen komt me elken morgen by 't ontwaken voor den geest. Schreef ik u al dat m'n beste goede Funke ook zoo aan 't sukkelen is? Ook hèm zenden de dokters telkens van honk. 't Heeft iets van: ‘fais l'enterrer ailleurs!’Ga naar eind7. Hy zou nu naar Engaddin moeten, maar daar hy daartoe te zwak is, heeft hy 't maar gebracht tot... Hilversum. Over zyn ziekte heb ik 'n bepaalde gissing. Dit staat me vry, dunkt me, daar de dokters die hem in HollandGa naar eind8., te Karlsbad, te Wiesbaden en god weet waar, behandelden, 't met hun allen niet kunnen eens worden over de vraag wàt hem eigenlyk mankeert? En om die gissing te toetsen heb ik nu bewerkt dat hy daar te Hilversum zal bezocht worden door 'n arts die zich moeite zal geven. De anderen deden dit niet! Met den dokter die op myn verzoek hem behandelen zal is 'n eigenaardig feitje te vermelden. Hy was NB wynkooper te Sneek en had het finantieel zeer goed. Voor 'n jaar of 6 kreeg ik 'n brief van hem waarin hy me meedeelde - ik kende hem toen volstrekt niet - dat hy door 't lezen van myn werken zoo'n afkeer had gekregen van 't knoeien dat in den wynhandel niet kan vermeden worden. Hy nam z'n ontslag uit de firma, begon van de meet af te leeren, werd - reeds gehuwd en vader! - student te Utrecht, en sedert ruim n jaar is hy arts in die stad, ik verneem met succes. Z'n laatste geldje besteedde hy aan 'n reis naar Weenen waar 'n beroemd hospitaal is voor vrouwelyke zieken. (Dit vak had hy voor specialiteit gekozen.) Ik vind dat dit 'n soort van ridderorde voor my is, en die droeg ik nu dezer dagen in den vorm van 'n briefje waarin ik hem verzocht Funke te bezoeken. Ik heb geen reden om hem voor knapper dan andere geneesheeren te houden, maar wel om verzekerd te zyn dat hy zich eerlyk zal inspannen om de zaak te doorgronden. Ook kon ik aan hem m'n gissing kwyt worden, en niet aan de anderen. (Funke bewoont 'n huis in een ‘nieuwe buurt’ waar in myn jeugd niemand wonen wou om de ongezondheid. De buitenl. doktoren nu denken alleen aan malaria als iemand uit Afrika of van de | |
[pagina 395]
| |
Amazonen rivier komt. De Amsterdamsche durven, mogen, willen niet zeggen dat een zéér groot gedeelte van de stad waarin god weet hoeveel millioenen zyn gestoken, gezondheidshalve onbewoonbaar is. Zóó stel ik me de zaak voor, niet als zeker, maar als mogelyk. En ik heb de aandacht van m'n braven Dr Gorter daarop gevestigd. Ik ben benieuwd of de door hem waartenemen symptomen met m'n gissing kloppen.- Ja, allerlei verdriet. M'n zoon in Italie is ziek, of nu ziek geweest. Ten gevolge daarvan is de correspondentie weer aangeknoopt, en dit wil en kan ik niet volhouden. De uitlegging hiervan is zeer omslachtig. O die zaak is zoo pynlyk. En... andere dingen! Maar 't schryven is zoo'n gebrekkig - en gevaarlyk - middel van gedachten uiting. Dit besef irriteert me altyd als ik de pen in handen heb.- Och, meen toch niet dat ik van U lange brieven verg. Ik weet wat het is als men daarvan 'n servituut maakt. Maar wel wensch ik op de hoogte te worden gehouden van den toestand van uw zoon, als daarin iets verandert. Mocht het ten-beste zyn!- We hebben tegenwoordig aardbeien, frambozen en kersen, alles volop. Ik eet er niet van maar Wouter doet zich te goed. Hy krygt thans 2 maal 'sweeks muziekles te Mainz, en is over't geheel 'n aardige jongen. Met z'n leeren gaat het maar tamelyk, maar hy kent al de vogels uit de buurt, al de nestjes, al de eiersoorten, om niet te spreken van slakken, kevers, torren en verder ongedierte. Adieu, beste van den Bosch, wees hartelyk gegroet van Uw vriend DD Als ge eens uitvliegt, kunt ge dan uw reis zoo inrichten dat ge ons eens komt bezoeken? |