Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 359]
| |
Nieder Ingelheim 6 Juni '85
beste Funke! Dank voor die twee LantaarnsGa naar eind1.. Zeker had ik u gevraagd om 't vervolg van Rosenstein'sGa naar eind2. stuk over Fiore d. N.Ga naar eind3. als ik niet bevreesd ware geweest u lastig te vallen, daar 'n kleinigheid iemand die onwel is, te veel wezen kan. Maar nu ge uit uzelf er aan gedacht hebt, dankje wel. Om m'n oordeel over 't werk van Rosenstein goed te formuleeren, moet ik zéér veel aanroeren. Dit is 'n gevolg myner neiging om te generaliseeren, of liever: van m'n hebbelykheid - fout of deugd? - alles in alles te zoeken, en van m'n bewering inderdaad alles in alles te vinden. Zoowel Fiore d. N. als R. vertegenwoordigen in myn oog heerschende... hm, moet ik zeggen: ziekten? Op den voorgrond dit: ongunstiger dan ik kan R. over F. d. Neve's gerymsel niet denken. In 't laag stellen van dat onaniek | |
[pagina 360]
| |
getokkel plaatsGa naar eind4. ik me aan z'n kant. Ja, meer dan dat. Ik beweer dat hy den delinquent niet scherp genoeg gegeesseld heeft. En by meer scherpte had de executie korter kunnen zyn. In zekeren zin staat de uitgebreidheid der behandeling in tegenspraak met de betoogde nietigheid van 't onderwerp. ‘Zóóveel omhaal over 'n prulwerk’ zou men kunnen zeggen. Maar dáárop is repliek. 't Behandelde prul is 'n kenmerk van den tyd, en als zóódanig niet zóó ver ‘beneden kritiek’ als t wel wezen zou indienGa naar eind5. slechts 'n op zich zelf staand vergrypje van zekeren Fiore d. N. was. En: zeer velen vinden dat gewawel ‘mooi.’ Maar daartegen over staat nu dat ook R's kritiek wel eens zou kunnen behooren tot de kenmerkend-ziekelyke verschynsels onzer dagen. Nogeens: z'n spot met dat Sultane-sprookje is gewettigd wat onderwerp en oordeel aangaat, maar als men erkennen moet dat Fiore beter hadde gedaan z'n tyd met houtzagen doortebrengen, blyft de vraag niet uitgesloten of ook R. niet wat nuttigers zou kunnen verrichtenGa naar eind6., dan 't - àl te makkelyk! - bekrittelenGa naar eind7. van zoo'n vodje? De aan critici door sommigen gestelde eisch: ‘breng liever zelf iets voort’ is niet altyd billyk, vooral daar de geleverde kritiek op zichzelf zoo'n ‘iets’ wezen kan. Maar dat ze soms kan te pas komen, blyft evenzeer waar. In't midden latende waar bedoelde eischGa naar eind8. gegrond is, en waar niet, moet men toch erkennen dat sedert eenige jaren zeer veel kritiekery geleverd wordt, waaruit mag worden opgemaakt dat... nu ja, wat zegt men als er veel appelen op de markt zyn? Dat de appelen goedkoop zyn, van 't jaar. Zoo is het! Ik meen de eerste geweest te zyn die de afgezaagde uitspraak van Boileau: ‘la critique &c’Ga naar eind9. heb aangevuld met: ‘Kritiek is zelf 'n kunst, en niet de lichtste’ Dit O! moet en mag lang worden uitgehaald, zóó lang dat het 'n welgeconditionneerde ergernis uitdrukt over de onpryswaardigheid van zekere appelen. Kopie leverantie! Ziedaar 't woord dat 'n voornaam deel kenmerkt van wat we ‘Letterkunde’ noemen. Al meen ik Rosenstein's werk onder deze kathegorie te moeten sorteeren, toch erken ik dat het niet behoort onder de geringere klassen van 't | |
[pagina 361]
| |
genre. Zeker soort van Feuilletons (en waarachtig niet in Holland alleen!) verslaggevende - d.i. excerpeerendeGa naar eind11. - aankondigingen van 'n werk, liefst met lange aanhalingen tot vulsel, en eindigende met opgave van 'npaar taalfouten - alsof die niet te vinden waren in 't geschryf van den kopieleverancier zelf! - vertalingen van Coppée- of Hugo-verzenGa naar eind12., zoeterig-vies-liberalistisch-valsch-gemoedelyke toespraakjes, gelardeerd met dozynen: echter's evenwels en trouwensen, niet bovenal zonder frazen die hoegenaamd geen zin hebben of welke zin 't zeggen en zetten niet waard is. En de sonnetten! En... nu ja, 't vers gekittel als dat van dien Fiore! Anathema!Ga naar eind13. Rosenstein kan beter dingen leveren, en omdat me dit uit z'n werk blykt wou ik hem daartoe opwekken. Een gelyk oordeel heb ik over Paap wiens Bombono's zoo aardig is, dat de verdienste ervan byna zoo groot is als die men hem zou moeten toekennen wanneer-ie 't in de prullenmand gegooid had.- ‘Maar aangenomen dat Paap's en Rosenstein's slachtoffers verkeerde dingen voor den dag brengen, is 't dan niet nuttig de ten Brinken en Fiore's te bestraffen?’ Nuttig? Wel, ze storen er zich niet aan, en effect heeft dus de strafoefening niet. ‘Maar als men nu Publiek geneest van 't “mooi” vinden?’ Eilieve, Publiek kan niet lezen. De eenig-mogelyke genezing is van uitslyting te wachten, en deze wordt bevorderd door herhaling. Nog 'npaar dingetjes met: fluweelen wimpers, blauwe, bruine, zeegroene oogen, bleek, geel, asch-, wit-blond haar (Drie cents voor 'n lystje van al de dingen die volgens Fiore ‘blond’ zyn!) met veranderende gelaatskleuren: bleek, bleeker, wit, doodsbleek, rood, rooier, purper... dat alles tot verzadigens toe, dan misschien zal Publiek zelf gaan walgen van al de flauwigheid. Maar... ZED kan véél slikken, dat's waar. Nu, de Fiore's en sonnetten-knutselaars zullen 't wel leveren. Maar nu iets anders, iets dat ook op den zeer bekwamen, zeer puntigen zeer geestigen Paap van toepassing is. Het toegeven in kritiekzucht werkt zeer nadeelig op 't productief vermogen. Het put uit. Dit is sedert langGa naar eind14. m'n meening die door ondervinding bevestigd werd, en - meenende dat ik de ontdekker van dat Amerika was, - stond ik onlangs verbaasd het zelfde denkbeeld aantetreffen in - raad eens! - in 't Boek Jesus SirachGa naar eind15.. Wie zou zoo-iets | |
[pagina 362]
| |
dáár gezocht hebben? (Over 't geheel verkondigt die ouwe wysgeer veel gemeenplaatsen, als: ‘heb de wysheid lief’. Wel zeker! Wie zal beweren dat men dwaas moet wezen? En: ‘luister vooral naar goeden raad.’ M de la Palisse tout crachéGa naar eind16.. Die m'nheer (= Sirach) Jezus was dus ook 'n kopieleverancier. Dat kritiek nuttig en noodig wezen kan, stem ik toe. (Zie Staring's: ‘laat de beren maar weer los!’)Ga naar eind17. Maar, zoolang we geen vegetariers zyn, kunnen we ook de slachters niet missen. Zou daarom Rosenstein zich willen aanmelden als 'n ‘fatsoenlyke jongeling van nette familie die lust heeft de slachtery te leeren’? Sarkasme is uitdrukking van smart, o zeker - maar met die smart - ongemotiveerd nog! - trede men 't leven niet in. Dat heet ik de paarden achter den wagen zetten. Even als de o- en ach- sonnetten flikkers koketteeren met Weltschmerz of met wat daarvoor moet doorgaan, stelt de ontydig-verontwaardigde zich bloot aan de verdenking dat z'n sarkastische afschuw van't verkeerde, slechts 'n gekozen genre is, 'n liefhebbery ook, 'n métier. En... 'n leelyk métier, al is de jongeling zoo ‘net’ als-i aan H.H. slachtersbazen wil wysmaken. Dat dit niet op R. van toepassing is - zoomin als op Paap - wil ik gaarne gelooven. (Van Paap, dien ik ken, weet ik dit zeker.) Maar door toegeven in die sarkastische kritiekery zou en mangeant de appétitGa naar eind18. komen, en 't zelf-leveren wordt weldra onmogelyk. Er zyn producten die den bodem waarop ze groeien, finaal ongeschikt maken tot het voortbrengen van iets anders. En daartegen wilde ik R. waarschuwen, eensdeels omdat ik in z'n werk talent zie - om nu niet te spreken van m'n antipathie tegen 't knoeiwerk van Fiore - ten andere omdat gy, myn beste Funke, belang in hem stelt. Vindt ge't geraden hem dezen br. ter lezing te geven, heel goed! Daarom dan ook nu over niets anders. Zelfs niet over uw ongesteldheid die me toch voortdurend bezig houdt! De ineptieGa naar eind19., de lauwheid, de werkeloosheid, de onbekwaamheid der heeren van de Faculteit zouden me haast doen gissen dat ze... in hun jeugd veel aan kritiek hebben gedaan! Dag, beste Funke, onze hartelyke groeten, ook aan Uw lieve vrouw. Weldra meer van Uw liefh. Dek | |
[pagina 363]
| |
A.G.Ga naar eind20. voor R. Dit schryven is niet gekorrigeerd. By ervaring weet ik alzoo dat daarin veel onjuist gekozen uitdrukkingen voorkomen, die stof tot tegenspraak zouden leveren. Waar ik incorrect ben, behoud ik my 'n ruim appèl voor van tgeen ik zeide op 'tgeen ik had willen zeggen. Waar ik byv. 't woord ‘Kritiek’ gebruik, is meestal de bedoeling: ‘het kiezen van kritiek tot hoofdbezigheid’ of iets van dien aard. De zoo treffende uitdrukking: ‘onanistisch’ is van Paap. Dat eene woord zegt meer dan lange vertoogen. |
|